033 - 46 12 680 info@expertis.nl

Inkijkje in de praktijk

Close Reading

Home » Thema’s » Themapagina Taal/Leesonderwijs » Close Reading – inkijkje in de praktijk

Hoe ziet Close Reading er in de praktijk uit?

Expertis begeleidt scholen bij de implementatie van Close Reading. We zien veel mooie lessen. Graag laten we leraren aan het woord om ervaringen te delen en anderen te inspireren. Saskia Schulte en Jantina van Manen zijn leerkrachten op OBS De Borgh in Zuidhorn (Groningen) en laten zien hoe zij een Close Reading lessenserie voor hun groep hebben uitgewerkt en toegepast.

“Op de Borgh in Zuidhorn voeren we sinds oktober 2022 als school de aanpak Close Reading in. We krijgen de gelegenheid lessen voor te bereiden met elkaar en samen met Ebelien Nieman (onderwijsadviseur bij Expertis). In het begin kost de voorbereiding veel tijd, maar wij willen het serieus oppakken en goed leren. Door samen lessen voor te bereiden en sessies van dezelfde tekst uit te voeren worden de lessen beter”, aldus Saskia en Jantina. In dit praktijkvoorbeeld gaf Jantina sessie 1 en 2 en Saskia sessie 3. “Wij zijn trots op deze lesvoorbereiding en willen deze graag delen, zodat ook andere leraren er gebruik van kunnen maken!” Saskia en Janina zijn aan de slag gegaan met een tekst uit het boek De verhalen van Kikker en Pad, Arnold Lobel: ‘De heuvel af’.

Klik hier om het lesvoorbereidingsformulier bij ‘De heuvel af’ uit Kikker en Pad te downloaden (PDF).

Klik hier om het lesmateriaal van Kikker en Pad te downloaden (PDF).

De verhalen van Kikker en Pad, Arnold Lobel: ‘De heuvel af’.

Door: Saskia Schulte en Jantina van Manen

In dit boek staan geweldige verhalen over Kikker en Pad die allerlei avonturen beleven. De verhalen zijn humorvol en fantasierijk. Ook zijn de verhalen prachtig geïllustreerd. Het kost geen enkele moeite om deze verhalen te geloven. De teksten zijn technisch gezien voor groep 4 goed te lezen. We vonden een mooi verhaal over de winter, dus passend in deze periode en met een mooie boodschap: Een positieve kijk en vertrouwen in elkaar helpen je om plezier in de dingen te hebben en succesvol te zijn. In dit verhaal is Kikker enthousiast en Pad de mopperkont! Kikker heeft zin in de winter en wil spelen met Pad, maar Pad heeft geen zin. Pad zegt dat hij niet eens winterkleren heeft, maar Kikker heeft warme kleren meegebracht, dus Pad kan er niet onderuit. Kikker wil met zijn slee een hoge heuvel af. Pad zegt: ‘Mij niet gezien’, maar Kikker zegt Pad dat hij achter hem op de slee gaat zitten. Dan sleeën ze samen de heuvel af. Ineens is er een bult en Kikker valt van de slee, maar Pad merkt het niet en heeft lol voor tien. “Wat ben ik blij dat jij er bij bent,” zegt Pad. Pad kan heel goed sleeën en maakt zelfs een sprong. Als hij een kraai ziet, roept Pad dat Kikker en hij het beste kunnen sleetje glijden van allemaal. Kraai verklapt echter dat Kikker niet meer op de slee zit en plotseling is Pad bang. Hij stoot tegen een boom en een grote steen. Hij duikelt met slee en al in de sneeuw. Kikker heeft alles gezien en zegt hem dat hij het heel goed gedaan heeft in z’n eentje. Pad is echter boos. Hij zegt één ding alléén te kunnen en dat is naar huis gaan. “De winter is wel mooi, maar in mijn bed is het fijner.”

Logo J.C. Van der Wal school
waarom een bos geen ramen heeft cover

Sessie 1 en 2 leiden naar de betekenis van dit verhaal: Een positieve kijk en vertrouwen in elkaar helpen je om plezier in de dingen te hebben en succesvol te zijn. (En wat grappig is in dit verhaal: toch blijft Pad zichzelf…)

In sessie 1 zijn de doelen:

  • Ik kan vertellen over wie het verhaal gaat en waar het verhaal zich afspeelt.
  • Ik kan het verhaal aan de hand van plaatjes, in de goede volgorde, navertellen.

Eerst wordt het doel benoemd en laten we het doel herhalen. We laten het boek zien, benoemen  de titel en lezen de tekst eerst in zijn geheel voor, met tekst en platen zichtbaar op het digibord. De leerlingen lezen mee. Daarna lezen we het eerste stukje opnieuw en modelen we wie er in het stuk voorkomen door een picto van het poppetje toe te voegen in de tekst. De leerlingen zetten een streep onder het woord Pad en tekenen ook de picto. We doen dit ook met de waar-vraag en kiezen het plaatje dat bij dit stukje past. We schrijven daarbij hardop denkend ook een korte zin (of woorden) op, zodat ze het goed kunnen navertellen.

Daarna passen we de volgende stappen van het GRRIM* toe. De leerlingen onderstrepen en tekenen de picto’s erbij. Dit koppelen we terug om te zien of de meeste leerlingen het correct hebben gedaan. Bij de volgende stap mogen de leerlingen in de werkvorm tweetalcoach de volgende stukjes lezen en het plaatje erbij plakken. Belangrijk is om zo nodig de leerlingen te blijven begeleiden als blijkt dat ze het lastig vinden.

Als laatste laten we de leerlingen aan de hand van hun werkblad aan elkaar het verhaal vertellen bij de plaatjes.

In sessie 2 is het doel:

  • Ik kan, door op te zoeken wat Pad steeds zegt, en te kijken naar de plaatjes, vertellen hoe Pad zich voelt in de verschillende delen van het verhaal.

Hoewel we gevoelens meestal in de derde sessie doen, vonden we dat dit doel nu al zou kunnen om in de derde sessie ook de gevoelens van Kikker te bespreken en zo de betekenis van het verhaal te begrijpen.

Ook bij dit doel modelen we het eerste stukje en laten de leerlingen ook een streepje zetten bij het gevoel van Pad. Belangrijk is om hierbij een stappenplan op het bord te laten zien. Eerst het stukje tekst lezen, dan onderstrepen hoe Pad zich voelt en vervolgens een streepje zetten onder het plaatje van de emotie. We gebruik wederom de werkvorm tweetalcoach. Dit lukt nu al steeds beter. Deze coöperatieve werkvorm is erg waardevol. Leerlingen leren elkaar feedback te geven en zijn beide actief. Aan het einde trekken we een lijn op het bord en de leerlingen op hun blad zodat de gedragspatronengrafiek duidelijk wordt. We vragen de leerlingen op welk moment het gevoel van Pad verandert (dit is nu goed te zien) en waarom. Aan het einde van de les mogen de leerlingen aan de hand van hun blad bij elk plaatje vertellen hoe Pad zich voelt.

Kikker:

    Behulpzaam: Hij helpt kikker met aankleden, heeft spullen meegenomen voor hem. ‘Wees maar niet bang’ zegt hij.

    Aardig: Hij zegt dat Pad het goed gedaan heeft.

    Actief: Hij wil gaan sleeën en komt aangerend op het eind.

    Positief: Fijn buitenspelen, winter is prachtig.

    Pad:

    Onzeker: Mij niet gezien, blij dat je er bent. Zonder jou zou ik niet kunnen.

    Negatief: Vindt winter niet mooi, gaat naar huis.

    Jezelf zijn: Pad geeft aan wat hij wil.

    Einde verhaal: Zou Pad nu misschien wat positiever zijn? En wil hij de volgende keer weer, nog een keer?

    We geven eerst instructie op het eerste doel door in het eerste stuk de (uitgeknipte) eigenschappen van Kikker en Pad te koppelen aan de tekst.

    In sessie 3 zijn de doelen:

    • Ik kan karaktereigenschappen koppelen aan Kikker, Pad of allebei
    • Ik kan een ander einde voor het verhaal verzinnen, door een belangrijke gebeurtenis te veranderen (Pad komt er niet achter dat Kikker niet meer op de slee zit).

    Bij de start komen we eerst terug op de vorige sessie. Nu laten we tijdens het voorlezen de leerlingen een streep zetten onder de dingen die Kikker zegt (met een ander kleurtje). We delen de doelen en leerlingen herhalen deze doelen.

    Vervolgens bespreken we de belangrijke vraag: Welke karaktereigenschappen passen bij Kikker en welke bij Pad en welk bewijs vind je daarvoor in het verhaal?

    We laten hardop denkend zien hoe de karaktereigenschap ‘behulpzaam’ past bij Kikker. De tweede karaktereigenschap mogen de leerlingen bespreken en ook het bewijs in de tekst zoeken. Dit bespreken we na daarna mogen de leerlingen in tweetallen (tweetalcoach) de karaktereigenschappen afmaken.

    Een volgende vraag gaat over een andere situatie: Stel dat Pad de Kraai niet had gesproken. Hoe zou het verhaal dan afgelopen zijn? De leerlingen mogen in 3 rondes aan elkaar vertellen wat ze denken. Vervolgens schrijven ze de bedachte tekst op hun eigen blad uit. Dit mogen ze aan elkaar voorlezen. Tot slot mogen enkele leerlingen hun verhaal aan de klas voorlezen.

    Bij te weinig tijd kun je natuurlijk het verhaal een andere keer laten schrijven (sessie 4). Ook kun je er voor kiezen om in sessie 2 wat Kikker zegt en doet al te laten onderstrepen. (Dan wel het doel aanpassen).

    Deze lessenserie daagt leerlingen uit om te praten over de tekst en daarna te schrijven, maar ook na te denken over karaktereigenschappen. Want het is tenslotte een fabel. Een fabel gaat over dieren maar bevat een boodschap voor mensen. Hoe leerzaam is dat! Een gesprekje over eigen karaktereigenschappen is wellicht nog een mooie aanvulling.

    Klik hier om het lesvoorbereidingsformulier bij ‘De heuvel af’ uit Kikker en Pad te downloaden (PDF).

    Klik hier om het lesmateriaal van Kikker en Pad te downloaden (PDF).

    *GRRIM= Gradual Release of Responsibility Instructional Model (Fisher&Frey, 2008)

    Lobel, Arnold (2005): De verhalen van Kikker en Pad. Ploegsma.

    Share This