033 - 46 12 680 info@expertis.nl

Boek van de maand

Er zijn veel mooie boeken en teksten over allerlei thema’s, die gebruikt kunnen worden voor Close Reading. In deze rubriek tippen we je maandelijks nieuw verschenen boeken of zetten we oude bekende nog eens in de spotlights: het boek van de maand.

Boek van de maand februari 2024

Deze maand sluiten we met ons ‘Boek van de maand’ aan bij de Week van de Lentekriebels, die dit jaar van 4 tot en met 8 maart 2024 plaatsvindt. Het thema van die week is ‘Weerbaar online’, met als doel om kinderen online weerbaar te maken. In de bovenbouw gaat het ook om de invloed van sociale media en hoe je voorkomt dat kinderen ongewenste informatie onbedoeld tegenkomen.

Alles over wie ik ben

Een boek dat goed bij de Week van de Lentekriebels past, is Alles over wie ik ben, geschreven door Stine Jensen. De prikkelende vragen in het boek zorgen ervoor dat de lezer nadenkt, praat, voelt en filosofeert. Onderwerpen die aan bod komen, zijn bijvoorbeeld: je naam, genderidentiteit, afkomst en racisme. Alhoewel het hele boek goed past bij de Week van de Lentekriebels, beschrijven we in deze editie van het ‘Boek van de maand’ een lessenserie bij het hoofdstuk ‘Online’ (pagina 112 tot en met 116). De tekst is geschikt voor de midden- en bovenbouw (groep 5 tot en met 8).

Meer lessenseries

Ook in maart 2021 en februari 2022 hebben we aandacht besteed aan de Week van de Lentekriebels. Toen kozen we voor de boeken Bij de beesten af en Mijn schaduw is roze. Neem ook daar een kijkje!

Sessie 1: Wat zegt de tekst?

Doel:

  • Ik kan vertellen waar deze tekst over gaat.

Start de les met een kort gesprek tussen leerlingen over wat zij online allemaal doen. Wanneer zijn ze online? Van welke media maken ze gebruik? Op deze manier activeer je voorkennis, zodat iedereen de inhoud van de tekst kan plaatsen.

Lees de tekst voor. Zorg dat leerlingen de tekst ook hebben en laat ze meelezen in hun hoofd. Geef de leerlingen na het lezen een momentje om even over de tekst na te praten.

Ga vervolgens gezamenlijk in gesprek: wat is het centrale onderwerp van de tekst? Laat leerlingen hierover discussiëren. Model wat jij het centrale onderwerp van de tekst vindt, waarom en hoe je daartoe bent gekomen.  

Zet het centrale onderwerp, telefoongebruik, in het midden van een mindmap, en laat dat de leerlingen ook doen in een eigen mindmap. Ga daarna in gesprek over de vragen: Wat zijn de subonderwerpen in de tekst? Wat wordt er verteld over telefoongebruik? De tekst gaat over waar je een telefoon voor kunt gebruiken, wat dat over iemand zegt en wat niet, en wat de voor- en nadelen zijn van online zijn. In de tekst wordt daar de mooie term ‘online-identiteit’ voor gebruikt.

De subonderwerpen worden op de takken van de mindmap geplaatst. Kijk goed naar je groep: hoeveel begeleiding hebben ze nodig om deze basis van hun mindmap te kunnen invullen?

Sessie 2: Hoe wordt het in de tekst gezegd? 

Doel:

  • Ik kan de voor- en nadelen van online zijn en sociale media uit de tekst halen.

Begin deze sessie met een terugblik op sessie 1. Laat leerlingen hun mindmap er weer bij pakken en met behulp van de mindmap aan elkaar vertellen waar de tekst in grote lijnen over gaat. Met een coöperatieve werkvorm, bijvoorbeeld Mix tweetal gesprek, zorg je ervoor dat iedereen actief is en voldoende spreektijd heeft.

Bespreek dan gezamenlijk het leesdoel. Model vervolgens hoe jij een voor- en een nadeel uit de tekst haalt. Maak aantekeningen in de tekst met verschillende kleuren (maak bijvoorbeeld de voordelen groen en de nadelen rood). Noteer het voor- of nadeel op de juiste plek in de mindmap van sessie 1. Zo vul je de mindmap aan.

Leerlingen kunnen vervolgens zelf verder lezen in tweetallen en hun mindmap aanvullen met de voor- en nadelen die ze tegenkomen. Laat ze in tweetallen werken zodat er interactie ontstaat over de inhoud van de tekst en de bewijzen voor hun antwoorden, die ze in de tekst tegenkomen. Dit kan bijvoorbeeld met de werkvorm Tweetal-coach, waarbij ze om de beurt een alinea lezen en een voor- of nadeel aandragen voor op de mindmap.

Als afsluiting laat je de tweetallen hun antwoorden uitwisselen met een ander tweetal middels de werkvorm Rondpraat. Om de beurt noemen ze een voor- of nadeel uit de tekst en in welke regel deze gevonden is. Als er op een van de mindmaps een voor- of nadeel mist, vullen de leerlingen deze aan.

Sessie 3: Wat is de diepere betekenis van de tekst? 

Doelen:

  • Ik kan uitleggen wat de schrijfster vindt van sociale media.
  • Ik kan mijn mening geven over het gebruik van sociale media en uitleggen wat sociale media voor mij betekenen.

Sessie 3 staat in het teken van discussie over het gebruik van sociale media. Het doel is dat leerlingen een verbinding leggen tussen wat ze in de tekst gelezen hebben en hun eigen ervaringen en mening. Wat vindt de schrijfster van online zijn en sociale media? En aan welke woorden kunnen we dat zien? En wat vind jij zelf? 

Laat leerlingen in gesprek gaan over de volgende stellingen. Ze doen dat eerst vanuit het perspectief van de schrijfster en geven daarna hun eigen mening. 

Wat vindt de schrijfster van de volgende stellingen?

  • Ik ben liever een pink kwijt dan mijn telefoon.
  • Het is geen probleem om een dagje van telefoon te ruilen met iemand anders.
  • Online ben je dezelfde persoon als in het echt.
  • Online vrienden zijn echte vrienden.
  • Sociale media zijn gratis.
  • Privacy is online moeilijk te bewaken.

Model eerst hoe jij erachter komt wat de schrijfster denkt over de eerste stelling. Gebruik hiervoor de zin ‘Een pink kwijt is natuurlijk heel erg, maar onze telefoons zijn ook een soort lichaamsdeel van ons geworden, we kunnen niet meer zonder’. Bespreek de volgende vragen gezamenlijk:

  • Waar zouden we de mening van de schrijfster kunnen vinden?
  • Wat zou de mening van de schrijfster zijn?
  • Aan welke woorden of zinnen kun je dat zien?

Als leerlingen dit snappen, kunnen ze in groepjes in gesprek gaan over de rest van de stellingen. Ze doen dat eerst vanuit het perspectief van de schrijfster, daarna vanuit hun eigen perspectief: Wat vind je zelf van deze stellingen? Ben je het eens met de schrijfster? Waarom wel of niet? Een geschikte werkvorm hiervoor is Denk-schrijf-rondpraat. Tip: je kunt elke leerling ook zelf een stelling laten kiezen waarover die zijn mening wil geven.

Vervolg sessie 3 met een discussie over online zijn en sociale media. Mogelijke vragen: 

  • Wat vind jij van sociale media?
  • Welke sociale media gebruik jij en waarom?
  • Wat zet jij wel op sociale media en wat niet?
  • Welke voor- en/of nadelen ben jij weleens tegengekomen? En hoe ben je hiermee omgegaan?
  • Wat laat jij op sociale media zien? En wat zegt dat over jezelf?

Laat leerlingen hierover in kleine groepjes met elkaar in discussie gaan met behulp van een coöperatieve werkvorm, bijvoorbeeld Schud en pak. Zet de verschillende vragen op kaartjes. Leerlingen beantwoorden om de beurt een vraag. Op deze manier zorg je ervoor dat alle leerlingen na moeten denken en de kans krijgen om er iets over te zeggen.  

Als afsluiting van sessie 3 kun je nog even inzoomen op de zin van filosoof Schöpenhauer: ‘Andermans hoofd is een waardeloze plek om als zetel voor waar geluk te dienen.’ Waarom past deze uitspraak zo goed bij het gebruik van sociale media en online zijn?  

Extra mogelijkheden (bijvoorbeeld voor groep 7 en 8):

  • Eventueel zou je de zin van filosoof Schöpenhauer ook kunnen opnemen in de stellingen. Merk je in de discussie dat deze lastig is, dan kun je de zin laten terugkomen in de afronding van sessie 3 door deze alsnog te bespreken.
  • De schrijfster stelt zelf ook vragen in de tekst. Bespreek als afsluiting van sessie 3 met leerlingen waarom ze dat doet. En wat gebeurt er door deze vragen met jou als lezer? Ga je anders nadenken of wil je erover in gesprek gaan?


Boekentips:

Er zijn allerlei boeken die passen bij de Week van de Lentekriebels. Enkele boekentips:

Onderbouw: 

  • Kikker is verliefd van Max Velthuijs, met de mooie afsluitende zin: ‘Groen en wit, liefde kent geen grenzen.’ Mooi om dieper op in te gaan tijdens de Week van de Lentekriebels!
  • Duurt het nog lang? van Floor Bal en Iris Deppe. In dit non-fictie prentenboek wordt een zwangerschap besproken van week tot week.

Middenbouw: 

  • In het boek Van oerknal tot robot van Marc ter Horst staat een tekst ‘Het begin van … jou!’.

Bovenbouw: 

  • In het boek Het wonder van jou en je biljoenen bewoners van Jan Paul Schutten staan teksten over zwangerschap en de groei van een baby.
  • Het boek 123 superslimme dingen die je moet weten over liefde en seks van Mathilda Masters is passend bij seksuele voorlichting.

Meer informatie

Enthousiast geworden en wil je meer weten over Close Reading? Neem dan contact op met Ebelien Nieman, Kyra Laarveld of Karin Versloot. Of neem een kijkje op de themapagina van Close Reading.

Meer uitgewerkte praktijkvoorbeelden zijn te vinden in de boeken Close Reading in de praktijk, verkrijgbaar via uitgeverij Pica.

Een meisje met een grote stapel boeken

Benieuwd naar onze boeken van de maand?

Er zijn zoveel mooie boeken en teksten bij allerlei thema’s, die je kunt gebruiken voor Close Reading. In deze rubriek tippen we je maandelijks nieuw verschenen boeken of zetten we oude bekende nog eens in de spotlights: het boek van de maand.

Hier zie je welke boeken deze titel allemaal hebben gekregen!

Share This