Kerstverhalen
Close Reading lessenserie – Het is voor leerlingen motiverender en betekenisvoller als je teksten voor Close Reading zoekt bij de thema’s die je met jouw groep behandelt. Op die manier is begrijpend lezen geen vak apart, maar wordt tekstbegrip onderdeel van het opbouwen van kennis. Voor veel scholen is kerst ook een thema in de groep. Misschien niet een heel uitgebreid thema, of een thema waarin veel kennis wordt opgebouwd. Maar een thema waarin kerstverhalen worden besproken die passen bij deze bijzondere tijd van het jaar. In deze editie van ‘boek van de maand’ zetten we daarom boeken in de spotlight die passen bij kerst.
Ga je de lessenserie inzetten? Deel het op social media via @Expertis Onderwijsadviseurs (LinkedIn en Facebook) of @Expertisadvies (Twitter)
Boek van de maand
Close Reading is een wetenschappelijk onderbouwde aanpak, die leerlingen helpt om de (diepere) betekenis van een tekst daadwerkelijk te doorgronden. In deze rubriek 'Boek van de maand' vind je elke maand tips voor boeken, verhalen of gedichten die zich heel goed lenen voor Close Reading. Vaak krijg je er ook compleet uitgewerkte lessenseries bij. Laat je inspireren!
Onderbouw:
We beginnen met een echte klassieker welke veel scholen ongetwijfeld in hun collectie hebben, namelijk met ‘Het boompje’ van Loek Koopmans. Het verhaal heeft hij geschreven naar een gedicht van Friedrich Rückert, Vom Baümlein, das andere Blätter hat gewollt (1813).
Het kleine boompje is niet gelukkig, want het heeft geen zachte groene blaadjes, maar harde, stekelige naaldjes. En dat terwijl hij graag net zo mooi wil zijn als de andere bomen. Met kerstmis gaat ten slotte zijn wens in vervulling, maar anders dan het boompje had gedacht…
Dit boek is geschikt voor kinderen vanaf groep één en leent zich goed om voor te lezen voor de hele groep. Na afloop zou je gezamenlijk het liedje ‘oh dennenboom’ kunnen zingen.
Close Reading sessie 1
Leesdoel:
- Ik kan vertellen over wie het verhaal gaat, waar het zich afspeelt en wat er gebeurt.
Lees eerst het hele verhaal voor. Deel de plaatjes wie, wat, waaruit en laat de leerlingen luisteren naar wat er gebeurt in het verhaal, waar het zich afspeelt en wie een belangrijke rol spelen. Vergeet niet om dit te modelen. Geef de leerlingen na het voorlezen denktijd en laat ze door middel van de werkvorm mix en ruil overleggen over wie het verhaal gaat, waar het zich afspeelt en wat er gebeurt. Want waarom is het boompje helemaal niet blij met zijn naaldjes? Vat het samen op een poster en gebruik hiervoor platen uit het boek.
Deze eerste sessie biedt diverse mogelijkheden voor differentiatie. Zo kun je leerlingen die nog minder vaardig zijn in het achterhalen van wat er gebeurt in het verhaal, het plaatje ‘wie’ geven, terwijl vaardigere kleuters alle kaartjes kunnen toepassen. Tijdens de mix en ruil leren ze van anderen wat ze kunnen vertellen bij de ‘wat’ en de ‘waar’ kaartjes. Dit kunnen zij vervolgens imiteren als ze hun kaartjes ruilen. Is een mix en ruil nog te moeilijk? Maak er dan een mix en koppel van. Met deze werkvorm kunnen leerlingen met hetzelfde kaartje elkaar ondersteunen bij het verwoorden van wat ze hebben gelezen.
En als de ‘wat’-vraag voor sommige leerlingen nog te groot is, geef ze dan in tweetallen één plaat uit het boek en laat ze aan elkaar vertellen wat er op die plaat gebeurt.
Close Reading sessie 2
Leesdoel:
- Ik kan vertellen welke blaadjes het boompje wil hebben en wat er met de blaadjes gebeurt.
Om terug te blikken op de eerste sessie, laat je de leerlingen in tweetallen de wie-wat-waar vragen beantwoorden. Geef ze eerst denk- en overlegtijd en trek daarna enkele willekeurige beurten. Als iedereen de grote verhaallijn weer helder heeft, deel je het doel van deze sessie met de leerlingen.
Vervolgens kun je ervoor kiezen om het gehele boek nogmaals te lezen of om alleen de bladzijdes waarin het boompje andere blaadjes wenst, te lezen. In dit boek komen er vier verschillende blaadjes voor die het boompje wil hebben. Verschuif hierbij geleidelijk de verantwoordelijkheid; doe bij de eerste nieuwe blaadjes voor welke blaadjes de boom heeft en wat ermee gebeurt (gouden blaadjes die worden gestolen door een dief. Want goud is heel veel waard!). Dit kan je visueel maken door het in een schema te zetten. Doe vervolgens de volgende blaadjes samen met de leerlingen. Geef ze denk- en overlegtijd en laat ze in tweetallen het soort blaadje én het probleem bespreken. Breng ze zo allemaal in kaart.
Tip: denk ook eens aan het inzetten van de verteltafel of speel het verhaal uit, nu de verhaallijn en details helder zijn.
Close Reading sessie 3
Leesdoelen:
- Ik kan vertellen waarom het boompje uiteindelijk gelukkig is.
- Ik kan uitleggen waarom de kinderen het boompje ‘het mooiste boompje van het bos’ vinden.
Het boompje ervaart in dit boek allerlei soorten emoties; hoe voelt het boompje zich bij de verschillende blaadjes en bij de problemen? En hoe voelt hij zich als hij weer zijn eigen kleine naaldjes terugkrijgt? Hier past een gedragspatroongrafiek heel goed bij (zie voor een voorbeeld blz. 61 van het basisboek Close Reading). Door leerlingen verschillende emotiekaartjes te geven en ze na ieder stukje te vragen de juiste kaart in de lucht te steken, zijn alle leerlingen tegelijk actief. Doe het eerste gevoel voor en model duidelijk uit welke woorden blijkt hoe het boompje zich voelt. Hoe komt het dat het boompje uiteindelijk wel gelukkig is met zijn eigen naalden?
Kunnen de leerlingen uitleggen waarom de kinderen het boompje ‘het mooiste boompje uit het bos’ vinden? Zouden ze dat ook vinden als het een ander seizoen was?
Midden- en bovenbouw:
Misschien ken je de schrijver van het volgende kerstboek wel van ‘Hele verhalen voor een halve soldaat’. We hebben het hier over Woutertje Pieterse Prijs-winnaar Benny Lindelauf en zijn nieuwe boek ‘Ze hadden hun schaapjes geteld’, met prachtige illustraties van Marieke Nelissen.
In dit boek wil Gili, net als haar broers, herder worden. Maar zijn meisjes eigenlijk wel geschikt om schapen te hoeden? Op een koude decembernacht laat Gili per ongeluk haar lievelingsschaap uit de kudde ontsnappen en gaat ze in het pikkedonker op zoek naar haar schaap. Alles lijkt te lukken, tot… ze een hongerige, sluwe wolf tegenkomt. Kan ze hem te slim af zijn en zichzelf en haar schaap redden? En hoe kan het medaillon haar redden?
In dit boek volg je niet alleen het verhaal van Gili, maar in het donker komt ze ook een man en een zwangere vrouw tegen op een ezeltje die op zoek zijn naar een slaapplek, zijn er steeds heldere sterrenstralen uit de hemel én valt ze uiteindelijk in een stalletje in slaap. Rara, welk stalletje zal dat zijn?
Dit boek leent zich heel goed om voor te lezen, waarbij de prachtige ondersteunende illustraties op het bord getoond kunnen worden. Maar ook samenlezen past heel goed bij dit boek, waarbij je regelmatig stilstaat bij een fragment. Het gedeelte waar Gili de wolf tegenkomt is een geschikt fragment voor een Close Reading lessenserie.
Close Reading sessie 1
Leesdoel:
- Ik kan het karakter van Gili en de wolf omschrijven.
Lees de tekst voor of samen tot het gedeelte waarbij Gili en de wolf elkaar ontmoeten en mondeling een afspraak maken. De leerlingen hebben nu al een heel stuk over Gili gelezen. Hoe zouden ze haar omschrijven? Welke karaktereigenschappen dichten ze haar toe? Zoom nu verder in op de ontmoeting. Hoe zit het dan met de wolf, hoe zouden de leerlingen hem omschrijven? De schrijver noemt zelf ook al een paar karaktereigenschappen, soms via de wolf zelf. Kunnen de leerlingen op basis van deze omschrijvingen voorspellen wie er gaat winnen?
Close Reading sessie 2
Leesdoelen:
- Ik kan vertellen wat Gili’s plan levensgevaarlijk maakt.
- Ik kan vertellen wie of wat er in dit fragment een belangrijke rol speelt.
Lees het fragment met de leerlingen af. Gili noemt haar eigen plan levensgevaarlijk, waarom is dat eigenlijk zo? En vinden de leerlingen dat ook? Het is opvallend dat Gili gedurende dit hele boek wordt geholpen door iets van buitenaf. Wie zou dat kunnen zijn en hoe helpt deze Gili? Staan de leerlingen na het lezen nog steeds achter hun karakteromschrijvingen van Gili en de wolf? Of willen ze hier iets aan wijzigen of toevoegen?
Gili wordt op meerdere momenten in dit boek geholpen, maar door wat of door wie? Dat licht dat steeds op belangrijke momenten opduikt, is dat de ster van Bethlehem, Gili’s moeder of een hogere hand? Hoe wordt Gili door dit licht geholpen?
Sessie twee en drie lopen hier in elkaar over. Deze laatste vragen boren echt al een diepere laag aan en bieden een mooie opmaat naar het beoordelen van Gili’s herdersvaardigheden in sessie drie.
Close Reading sessie 3
Leesdoel:
- Ik kan beargumenteren waarom Gili wel of niet als herder geschikt is.
Vinden de leerlingen dat Gili na afloop wel of niet dat Gili geschikt is om herder te worden? Welke argumenten kunnen ze hiervoor geven? Zo zou de haar gebroken zijn als er grotere, sterkere handen van haar broers aan hadden getrokken. Maar… zou Brekebeen eigenlijk wel ontsnapt zijn als haar broers moesten opletten?
Midden- en bovenbouw:
Het boek ‘Het kerstverhaal van IA het ezeltje’ van Martine Gosselink met tekeningen van Thé Tjong-Khing, mag niet missen in deze editie van ‘boek van de maand’. Een prachtig boek vol kunstwerken, waarin de ik-figuur, IA, het ezeltje, een grote rol speelt. Martine Gosselink, directeur van het Mauritshuis in de Haag vertelt in dit boek het kerstverhaal door de ogen van het ezeltje. Veel schilders hebben ezels in hun werk opgenomen. Samen laten zij het kerstverhaal zien. We hebben hoofdstuk vijf tot en met acht gekozen om te gebruiken voor een lessenserie. Je kunt er echter ook voor kiezen om minder hoofdstukken te behandelen. Om de figuren in het boek te leren kennen is het aan te bevelen de eerste vier hoofdstukken voor te lezen en daarna de overige hoofdstukken te gebruiken voor een lessenserie.
Close Reading sessie 1
Leesdoel:
- Ik kan vertellen en beschrijven wat er gebeurt in de verschillende hoofdstukken, wie er in voorkomen en wat de hoofdgedachte is.
Laat de leerlingen bij de samenvattingen van de hoofdstukken tekeningen maken die duidelijk maken wat er gebeurt. Het gaat om het kerstverhaal vanuit verschillende perspectieven, namelijk de engelen, de stal, de drie koningen en kerstmis.
Model na het lezen wat er gebeurt in het hoofdstuk over de engelen en model hoe jij dit samenvat. Schrijf hierbij enkele samenvattende zinnen op het bord en laat de leerlingen dit overnemen. Het volgende hoofdstuk mogen de leerlingen onder begeleiding in tweetallen doen. De daaropvolgende hoofdstukken kunnen ze mogelijk zelf. De werkvormen tweetalcoach of tweevergelijk zijn hierbij aan te raden. Lukt dit niet, schroom dan niet om opnieuw te modelen en meer begeleiding te geven. Je kunt hierbij het stappenplan samenvatten gebruiken (blz. 31 Close Reading in de praktijk voor de bovenbouw 6 tot en met 8).
Close Reading sessie 2
Leesdoelen:
- Ik kan op de schilderijen het ezeltje (IA) omcirkelen.
- Ik kan vertellen hoe en waarom de kunstenaar de ezel heeft geschilderd.
Met deze opdracht leren de leerlingen heel gericht naar de prachtige kunstwerken te kijken. Het is soms echt een speurwerkje. Soms ontbreekt het ezeltje; de schrijver licht dit echter steeds toe. Doordat ze op zoek gaan naar het hoe en waarom van de kunstenaar, krijgen ze nog meer kennis over de specifieke aanpak van de kunstenaar.
Close Reading sessie 3
Leesdoelen:
- Ik kan uitleggen en beschrijven waarom de schrijver dit boek heeft gemaakt.
- Ik maak een top 3 van mijn mooiste kunstwerken en leg uit waarom ik voor deze top 3 heb gekozen.
Waarom zou de schrijver dit boek geschreven hebben? Vertel de leerlingen dat de schrijver de directeur is van het Mauritshuis in den Haag en wat zo’n functie inhoudt. Zij wil heel graag dat veel mensen kunst leren waarderen. Zijn er zinnen en woorden in de tekst te vinden die laten zien dat de schrijver de schilderijen heel mooi vindt? Model hoe jij dit aanpakt.
Geef de leerlingen vervolgens een stelopdracht waarbij ze een top drie maken van hun favoriete kunstwerken uit dit hoofdstuk, waarbij ze aangeven waarom ze voor deze top drie kiezen. Hier passen natuurlijk ook de waarderende woorden, zoals prachtig, geweldig, schitterend uit de tekst.
Enkele bonustips:
Tip
In het laatste deel ‘Waar kun je mij allemaal bekijken (of bezoeken)’ worden alle getoonde kunstwerken op een rij gezet. Bij dit deel kun je de leerlingen de vraag stellen welke kunstwerken in Nederland, Frankrijk, Engeland of Italië te zien zijn.
Creatieve opdracht:
Dit boek leent zich heel goed voor een creatieve opdracht. Laat de leerlingen bijvoorbeeld het kerstverhaal zelf schilderen, ze hebben nu vast genoeg prachtige voorbeelden gezien. Natuurlijk mag het ezeltje niet ontbreken 😉.
Heb je deze klassieker wel eens ingezet ‘Dickens kerstverhaal’, van Merel Leene?
Misschien nog wat pittig om dit boek in zijn geheel te lezen met groep 7 en 8, maar na een uitleg waar het boek over gaat, misschien met ondersteuning van een filmpje, zijn diverse passages goed te lezen.
Want wat komen de geesten van voorbije, huidige en toekomstige kerstfeesten Scrooge vertellen? Welke levenslessen willen ze hem leren? En hoe zien we Ebenezer Scrooge tijdens deze ervaringen al stukje bij beetje veranderen?
Een vereenvoudigde versie is het boek ‘A Christmas Carol, een kerstvertelling op rijm’ van Marianne Busser en Ron Schröder. De illustraties zijn van Leontine Gaasenbeek.
Vorig jaar deelden we voor onderbouw tips bij het boek ‘De winter komt!’, neem gerust een kijkje op: Close Reading bij De winter komt!
Meer informatie
Enthousiast geworden en wil je meer weten over Close Reading? Neem dan contact op met Marieke van Logchem of Liz Bunte. Of neem een kijkje op de themapagina over Close Reading.
Meer uitgewerkte praktijkvoorbeelden zijn te vinden in de boeken Close Reading in de praktijk, verkrijgbaar via uitgeverij Pica.
Benieuwd naar onze boeken van de maand?
Er zijn zoveel mooie boeken en teksten bij allerlei thema’s die gebruikt kunnen worden voor Close Reading. Om je te tippen voor een nieuw verschenen boek of om een oude bekende nog eens in de spotlight te zetten, kiezen we iedere maand op onze site: het boek van de maand. Hier zie je welke boeken deze titel allemaal hebben gekregen!