033 - 46 12 680 info@expertis.nl

Close Reading

Boek van de maand oktober 2025: Complot

Complot

Mysterieuze ufo-waarnemingen, schimmige verschijningen en buitenaards leven: bestaan ze echt, of is het allemaal verzonnen? In deze editie van Boek van de maand ontrafelen we een spannende complottheorie uit het boek Complot van Jan Paul Schutten.

Jan Paul Schutten vertelt in zijn boek Complot (verschenen in april 2025) over een aantal bekende complottheorieën. Elke complottheorie wordt in een dossier uitgewerkt, waarin Jan Paul Schutten op een toegankelijke manier de bewijzen die geleverd worden voor het bestaan van het complot op een rijtje zet, evenals de tegenbewijzen.

Complotten spreken vaak tot de verbeelding, zeker wanneer het gaat om ufo’s en buitenaards leven. In de media verschijnen steeds vaker berichten en beelden van mysterieuze lichtjes aan de hemel. Overheden geven soms informatie vrij, maar laten tegelijkertijd veel onbeantwoord. Dit zorgt voor vragen, twijfels en nieuwe complottheorieën.

In deze lessenserie onderzoeken we samen wat er waar kan zijn van deze verhalen. We lezen verschillende teksten, vergelijken standpunten en kijken naar bewijs en tegenbewijs. Uiteindelijk vormt iedere leerling een eigen mening: bestaan ufo’s (ongeïdentificeerde vliegende objecten) en UAP’s (ongeïdentificeerde afwijkende fenomenen) wel of niet?

Deze lessenserie is ontwikkeld voor de bovenbouw van het basisonderwijs, maar kan ook goed ingezet worden in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het onderwerp ‘complottheorieën’ kan bijvoorbeeld aandacht krijgen binnen het thema ‘Mediawijsheid’.

Boek van de maand

Close Reading is een evidence-informed aanpak, die leerlingen helpt om de (diepere) betekenis van een tekst daadwerkelijk te doorgronden. In deze rubriek 'Boek van de maand' vind je elke maand tips voor boeken, verhalen of gedichten die zich heel goed lenen voor Close Reading. Vaak krijg je er ook compleet uitgewerkte lessenseries bij. Laat je inspireren!

Boekcover Complot

Het ufo-complot ontrafeld 

We nemen voor deze Close Reading-lessenserie Dossier 4 uit het boek. Van dit dossier gebruiken we de bladzijden 75, 76 en 80 t/m 86. In sessie 3 krijgen de leerlingen nog een kopie van bladzijden 87 en 88.

De einddoelen bij deze lessenserie zijn:

  • De leerlingen kunnen de complottheorie over ufo’s en UAP’s uitleggen.
  • De leerlingen kunnen zich een eigen mening vormen over het wel of niet bestaan van ufo’s en UAP’s op basis van de informatie in de tekst.

Close Reading – sessie 1

Wat zegt de tekst?

In deze sessie gebruik je bladzijden 75 t/m 86 van het dossier (exclusief bladzijden 77, 78 en 79). Bij de introductie van het boek is het goed om de leerlingen uit te leggen wat een complot is, wanneer deze voorkennis bij de leerlingen nog niet aanwezig is.

Leesdoelen:

  • Ik kan uitleggen over welk complot dit dossier gaat en wat dit complot inhoudt.
  • Ik kan uitleggen welk deel van de tekst welke informatie geeft.

Lees de tekst in zijn geheel voor en laat de leerlingen actief meelezen. Daarna praten de leerlingen kort na met hun schoudermaatje over wat ze gelezen hebben.

Op bladzijde 75 worden de termen ufo’s en UAP’s uitgelegd. Bespreek met de leerlingen waar deze termen voor staan, zodat de leerlingen dit helder hebben. Wellicht valt het leerlingen op dat ufo’s in kleine letters wordt geschreven en UAP’s in hoofdletters, terwijl het beide afkortingen zijn. Het verschil zit erin dat ufo’s een woord is geworden (acroniem) en UAP’s niet. Wanneer het de leerlingen direct opvalt, kun je dit weetje direct delen. Mocht het de leerlingen niet opvallen, dan is het een leuk weetje voor sessie 2, omdat we nu eigenlijk meer op detailniveau met de tekst bezig zijn.

Stel de tekstgerichte vraag over welk complot dit dossier gaat en wijs de leerlingen op het tekstdeel ‘Het complot in het kort’. Model hierbij hoe jij in dit stuk (bladzijde 76) het antwoord op deze vraag vindt. Model vervolgens hoe jij het complot in een enkele zin samenvat en noteer dit in het midden van een woordweb. Zorg dat je hierbij de tekst op het digibord toont en maak aantekeningen in de tekst. Vraag de leerlingen of zij het eens zijn met deze samenvatting of dat zij nog iets toe willen voegen.

Maak aan het woordweb vier vertakkingen waar de vier kopjes in dit tekstdeel worden samengevat. Afhankelijk van het niveau van je groep model je de eerste vertakking of werk je deze met de leerlingen uit in een wij-fase. De overige vertakkingen kunnen zij dan in een jullie-fase, dus in tweetallen, uitwerken. Verrijk het woordweb met kleurcodes. Groen = bewijs, rood = tegenbewijs en blauw = ontkenning.

Het woordweb kan er dan als volgt uitzien:

Schematische afbeelding van het Woordweb

Laat de leerlingen hun woordweb vergelijken met een ander duo en eventueel aanvullen/wijzigen. Bespreek het dan klassikaal na en laat leerlingen onderbouwen waarom zij het zo hebben opgeschreven (Bewijs in de tekst).

Bespreek dan met de leerlingen dat de tekst uit verschillende delen bestaat en stel de tekstgerichte vraag welk tekstdeel welke informatie geeft. Nummer de verschillende tekstdelen en noteer in de kantlijn welke informatie dit tekstdeel geeft. Model hierbij eerst weer een voorbeeld. Lees de tekst en vat kernachtig samen waar het tekstdeel over gaat. Bouw jouw ondersteuning geleidelijk af en laat de leerlingen in duo’s de verschillende tekstdelen lezen en kort omschrijven in de kantlijn. Je zou dan tot het volgende overzicht kunnen komen:

  1. Waar hebben we het over? > inleidende tekst
  2. Het complot in het kort > samenvatting van de complottheorie
  3. De kans op buitenaards leven > wat zegt de wetenschap hierover?
  4. App-bericht > verklaring waarom buitenaardse wezens geen contact maken met mensen
  5. De zaak Rosswell > waarneming van ufo’s en het onderzoek dat daarop volgde
  6. Nieuwsbericht van de afdeling Nieuwsresearch > waarom de aandacht voor het bestaan van ufo’s is toegenomen.

Afronding sessie:

Leerlingen schrijven in drie zinnen op wat ze vandaag hebben geleerd over het complot.

Close Reading – sessie 2

Hoe wordt het in de tekst gezegd?

Blik kort terug op sessie 1 aan de hand van het woordweb dat in die sessie is gemaakt. Laat de leerlingen in tweetallen elkaar om de beurt iets vertellen over het woordweb.

Deel vervolgens het leesdoel voor deze sessie.

Leesdoelen:

  • Ik kan uitleggen welke argumenten voor en tegen het bestaan van ufo’s en UAP’s worden gegeven in de tekst.
  • Ik kan in een debat mijn mening over het bestaan van ufo’s en UAP’s geven en onderbouwen met argumenten gebaseerd op de tekst.

In deze sessie werken we met expertgroepen en gebruiken we dezelfde teksten als in sessie 1. De helft van de groep leest de tekst met informatie vanuit de wetenschap en wordt zo expert in die informatie. De andere helft verdiept zich in de zaak Roswell en wordt hierin expert. In sessie 1 zijn de verschillende delen van de tekst genummerd en is kort de inhoud aangegeven. Dit maakt het makkelijker voor de leerlingen om te zoeken naar de informatie die zij in hun expertgroep nodig hebben. 

De leerlingen in de expertgroep ‘Wetenschap’ kunnen de argumenten die zij tegenkomen noteren in een tegenstellingenschema. Argumenten voor, versus argumenten tegen het bestaan van ufo’s en UAP’s. 

De leerlingen in de expertgroep ‘Roswell’ maken een tijdlijn van de gebeurtenissen.

Afhankelijk van het niveau van de groep model je een voorbeeld van hoe jij een argument uit de tekst haalt. Vervolgens gaan de leerlingen in duo’s binnen hun expertgroep aan de slag.

Wanneer de argumenten uit de tekst zijn gehaald en de tijdlijn is afgerond, koppel je twee duo’s uit dezelfde expertgroep aan elkaar. Zij vergelijken hun bevindingen en vullen hun schema of tijdlijn eventueel aan. 

Daarna koppel je een duo ‘Wetenschap’ aan een duo ‘Roswell’, zodat de leerlingen de verschillende informatie kunnen uitwisselen.

Een tussenvorm waar nog aan gedacht kan worden is de werkvorm ‘Commentaar op tournee’. Hang hiervoor alle tijdlijnen en schema’s op en laat leerlingen met post-its aanvullingen of vragen op de documenten plakken.

Sluit de les af met een debat. Verdeel de leerlingen over twee groepen: een die het standpunt moet verdedigen dat ufo’s en UAP’s bestaan en een die het bestaan ervan afwijst. Laat de leerlingen met elkaar discussiëren over de stelling: ‘Ufo’s en UAP’s bestaan!’ Maak hierbij gebruik van een voorbereidingskaartje. Leerlingen noteren hun sterkste argument voor of tegen, met verwijzing naar de tekst. Dit helpt het debat gestructureerder te maken. Ze moeten hierbij argumenten vanuit de gelezen teksten aanvoeren. Wanneer de leerlingen nog niet vaak een debat hebben gevoerd, is het goed om eerst de regels voor het voeren van een debat met de leerlingen door te nemen.

Close Reading – sessie 3

Wat is de diepere betekenis van de tekst?

Start met een terugblik op de vorige sessie. In het debat hebben de leerlingen een standpunt moeten verdedigen. In deze sessie gaan ze hun eigen mening vormen. Wat is hun conclusie over het wel of niet bestaan van ufo’s en UAP’s?

Deel het leesdoel met de leerlingen.

Leesdoel:

  • Ik kan mijn mening geven over het wel of niet bestaan van ufo’s en UAP’s en deze vergelijken met de slotconclusie van de schrijver.

Lees gezamenlijk bladzijde 87, waarop een psycholoog wordt geïnterviewd die gespecialiseerd is in mensen met ufo-ervaringen. Geef de leerlingen vervolgens de opdracht om hun eigen mening te vormen. Wat is nu hun conclusie? Is de complottheorie waar of niet? Laat de leerlingen hun mening onderbouwen met argumenten op basis van de informatie die ze in alle tekstdelen van dit dossier hebben gevonden. Hiervoor zou je een venndiagram kunnen inzetten. De eerste cirkel bestaat uit argumenten uit de tekst, de tweede cirkel uit eigen ideeën/ervaringen en de overlap bestaat uit de conclusie van de leerling.

Coöperatieve werkvorm: leerlingen wisselen meningen uit middels een mix-tweetal gesprek. Leerlingen delen hun mening telkens met een nieuw maatje in korte gesprekjes van een minuut.

Lees ter afsluiting het slotoordeel van de schrijver (bladzijde 88) voor. Laat de leerlingen reflecteren: kwamen zij tot dezelfde conclusie of wijkt hun mening af? Bespreek dit klassikaal.

Tot slot:
In het boek Complot behandelt de schrijver meerdere beroemde en beruchte complotverhalen. Zo gaat het eerste dossier over de complottheorie dat de aarde plat is en is er ook een dossier gewijd aan de complottheorie rondom het coronavirus. Het boek biedt daarom nog veel meer mogelijkheden om andere complottheorieën uit te pluizen en kinderen kritisch te leren oordelen over deze theorieën. Ze leren denkfouten te herkennen en krijgen uitleg over patronen en toeval. Dat maakt Complot tot een heel interessant boek, ook in het kader van burgerschap!

Meer informatie

Enthousiast geworden en wil je meer weten over Close Reading? Neem dan contact op met Liz Bunte. Of neem een kijkje op de themapagina over Close Reading.

Meer uitgewerkte praktijkvoorbeelden zijn te vinden in de boeken Close Reading in de praktijk, verkrijgbaar via uitgeverij Pica.

Close reading: Een meisje met een grote stapel boeken

Benieuwd naar onze boeken van de maand?

Er zijn zoveel mooie boeken en teksten bij allerlei thema’s, die je kunt gebruiken voor Close Reading. In deze rubriek tippen we je maandelijks nieuw verschenen boeken of zetten we oude bekende nog eens in de spotlights: het boek van de maand.

Hier zie je welke boeken deze titel allemaal hebben gekregen!

Share This