033 - 46 12 680 info@expertis.nl

Boek van de maand

Er zijn veel mooie boeken en teksten over allerlei thema’s, die gebruikt kunnen worden voor Close Reading. In deze rubriek tippen we je maandelijks nieuw verschenen boeken of zetten we oude bekende nog eens in de spotlights: het boek van de maand.

Boek van de maand april 2024

Afgelopen februari kwam er een nieuw prentenboek van Rachel Bright uit: Beloofd is beloofd, kleine panda’s. De prentenboeken van Rachel Bright behandelen op een toegankelijke manier morele thema’s, en altijd spelen dieren de hoofdrol. Bette Westera vertaalde de teksten op een prachtige manier op rijm. Ze bevatten veel rijke taal en een mooie, diepere laag waar leerlingen het gesprek over aan kunnen gaan. Hierdoor zijn ze heel geschikt voor Close Reading.

Beloofd is beloofd, kleine panda’s

In Beloofd is beloofd, kleine panda’s wordt het verhaal beschreven van twee kleine, rode pandazusjes die aan hun moeder hebben beloofd niet te ver van huis te gaan én goed bij elkaar te blijven. Als op een dag een van de twee panda’s toch besluit om op verkenning te gaan, ontstaat er voor het overgebleven zusje een dilemma: welke belofte moet ze nu nakomen? Dit verhaal biedt volop aanknopingspunten om met kinderen in de onderbouw het gesprek te voeren over morele dilemma’s, loyaliteit en het maken van autonome keuzes. Hieronder vind je een complete lessenserie die je als leidraad kunt inzetten in je eigen groep.

Close Reading bij andere boeken van Rachel Bright

In januari 2021 hebben we in deze rubriek het prentenboek De leeuw in de muis van Rachel Bright in de schijnwerpers gezet. In de uitgave Close Reading in de praktijk. Lessenseries voor de onderbouw, groep 1 t/m 3 vind je bovendien een compleet uitgewerkte lessenserie rondom het humoristische boek De twee vechtende eekhoorntjes. Ook de overige titels van Rachel Bright – zoals De walvis wilde meer, Gekkie de Gekko, Wolfje wil naar huis en Laat maar los koala – zijn stuk voor stuk prachtig voor een lessenserie Close Reading of in ieder geval voor een rijk kringgesprek.

Sessie 1: Wat zegt de tekst?

Doel:

  • Ik kan vertellen wat er aan het begin, in het midden en aan het eind van het verhaal gebeurt.

Voorbereiding:

  • Zorg ervoor dat het boek op het bord voor leerlingen goed te zien is, terwijl je het fysieke boek voorleest.
  • Zorg ervoor dat je een aantal bladzijdes uit het boek als plaatjes hebt afgedrukt (van het begin, midden en eind).
  • Zorg voor drie hoepels en leg die naast elkaar in de kring, van links naar rechts in de schrijfrichting.

Besteed eerst kort aandacht aan wat beloven betekent: je ergens aan houden, je afspraak nakomen enzovoort.

Lees vervolgens het boek voor. Vraag na het voorlezen waar het verhaal over gaat en laat de leerlingen dit aan hun knie- of schoudermaatje vertellen.

Deel dan het lesdoel met de leerlingen: ik kan vertellen wat er aan het begin, in het midden en aan het eind van het verhaal gebeurt. 

Vertel dat je het begin van het verhaal nog eens gaat voorlezen en dat de leerlingen goed moeten luisteren naar wat er allemaal gebeurt. Lees voor tot en met de bladzijde waar de panda’s beloven zich aan de afspraken van mama te houden.

Ga dan in de eerste hoepel staan en laat de plaat zien van wat er gebeurt aan het begin. Zeg bijvoorbeeld: “Eerst las ik dat dit verhaal gaat over de pandazusjes Len en Jik en dat ze samen met hun moeder in een boom wonen. En daarna vertelde mama dat ze heel veel mogen, maar dat ze niet voorbij de dennenboom en de bergen mogen gaan, en dat ze thuis moeten zijn voordat het licht wordt. [Het is leuk om even stil te staan bij het gegeven dat voor mensenkinderen vaak het tegenovergestelde geldt.] Dat beloven de pandazusjes.” Laat leerlingen dit vervolgens nog een keer herhalen voor hun knie- of schoudermaatje.

In de middelste hoepel vertel je waar het middengedeelte over gaat: de twee panda’s gaan op avontuur. Vraag: “Welke plaat zou daarbij horen?” Om het wat moeilijker te maken kun je meerdere plaatjes uit het boek laten zien.

Tot slot ga je naar de laatste hoepel en lees je het eind voor. Laat hierna leerlingen direct in tweetallen overleggen over wat er aan het eind gebeurt. Laat vervolgens individuele leerlingen in de hoepel staan (geef willekeurige beurten) en laat die het eind van het verhaal navertellen. Laat de andere leerlingen met hun duimen aangeven of het compleet is wat de leerling vertelt, of dat ze nog iets willen aanvullen. Laat weer platen zien ter ondersteuning. 

Laat leerlingen vervolgens aan hun schouder- of kniemaatje opnieuw vertellen wat er aan het begin, midden en eind van het verhaal gebeurt. Gebruik de hulpzinnen “Aan het begin van het verhaal …”, “In het midden van het verhaal …” en “Aan het eind van het verhaal …”. (Je kunt leerlingen eventueel helpen door meer hoepels neer te leggen of kaartjes te geven in de kleuren van de hoepels, die het begin, midden en eind aangeven.)

Tot slot kun je nog een paar leerlingen plenair in de kring in de hoepels zetten en hen het begin, midden en eind laten navertellen. Zo kun je (naast te observeren) controleren of je doel is bereikt.

Sessie 2: Hoe wordt het in de tekst gezegd?

Doelen:

  • Ik kan vertellen wat de gevolgen zijn als de pandazusjes weglopen.
  • Ik kan vertellen wat ‘de wijde wereld in’ en ‘op avontuur’ met elkaar te maken hebben.

Begin met terugblikken op sessie 1: laat leerlingen bijvoorbeeld aan hun knie- of schoudermaatje vertellen wat er ook alweer gebeurde aan het begin, in het midden en aan het eind van het verhaal. Gebruik eventueel de hoepels weer als houvast.

Deel daarna het eerste lesdoel met de leerlingen: ik kan vertellen wat de gevolgen zijn als de pandazusjes weglopen. Het concept ‘gevolgen’ moet je misschien uitleggen.

Lees dan voor vanaf de bladzijde waar Jik besluit weg te lopen. Model tijdens het lezen hoe het stukje ‘Ze wil op avontuur!’ en ‘Ik wil de wijde wereld in bij daglicht’ met elkaar in verband staan en stop eventueel even om het gesprek hierover te voeren. Wat betekent ‘de wijde wereld ingaan‘ eigenlijk?

Lees dan verder totdat Len haar zusje gaat volgen. Model dat dit het eerste gevolg is dat je tegenkomt in het boek. Gebruik hierbij een oorzaak-gevolgschema. Lees dan verder en vraag de leerlingen hun vinger op te steken als ze een nieuw gevolg horen (iets wat er gebeurt doordat Jik is weggelopen). Het volgende gevolg is positief en heeft te maken met het mooie uitzicht en de lekkere bamboe.

Vertel dan dat je verder gaat lezen en dat de leerlingen zo met hun knie- of schoudermaatje gaan overleggen over wat voor gevolgen er nog meer zijn, dus dat ze daar goed op moeten letten tijdens het luisteren. Lees verder totdat de pandamoeder zegt “Goed gedaan” en laat leerlingen daarna overleggen. Maak samen met de leerlingen het oorzaak-gevolgschema af. Zorg ervoor dat je de tekst als bewijs gebruikt.

Verwoord daarna nog eens samenvattend wat alle gevolgen zijn van het weglopen en laat leerlingen dit nog een keer aan hun maatje vertellen. Tot slot kun je nog enkele (willekeurige) beurten geven om te controleren of beide lesdoelen bereikt zijn. Vraag daarbij nog eens naar de gevolgen van het weglopen en welke oplossingen voor de problemen kinderen in de tekst tegenkomen (kortom: stimuleer de kinderen het bewijs voor hun antwoord in de tekst te vinden).

Sessie 3: Wat is de diepere betekenis van de tekst?

Doel:

  • Ik kan vertellen hoe mama panda denkt over het weglopen van Len en Jik.

Begin de les door te vragen wat er ook alweer aan de hand was met de panda’s en wat de gevolgen allemaal waren van het weglopen. Lees daarna de laatste vijf bladzijden van het boek opnieuw voor.

Vraag vervolgens:

  • Wat vindt mama en hoe weet je dat?
  • Wat vinden Len en Jik?
  • Wat vind je van het gedrag van de zusjes en mama?
  • Wat vind je van de uitspraak “Beloofd is beloofd”?

Je kunt de tekst verrijken door gebruik te maken van een naburige of schurende tekst (oftewel: een tekst die het thema versterkt of juist het tegenovergestelde belicht). Denk aan titels als:

  • Kikker en Eend van Max Velthuijs;
  • Beloofd! van David Mc Pail;
  • Welterusten, kleine beer van Martin Waddell;
  • ‘Hoe kan mama dat weten?’ uit Haren vol banaan van Erik van Os. 

Door vanuit een ander perspectief eenzelfde soort thema te belichten, kun je met leerlingen het thema van verschillende kanten bekijken en bespreken. Dit biedt nog meer ruimte om de mondelinge taalvaardigheid verder te ontwikkelen én breidt het kennisnetwerk van leerlingen verder uit.

Meer informatie

Enthousiast geworden en wil je meer weten over Close Reading? Neem dan contact op met Marieke van Logchem of Liz Bunte. Of neem een kijkje op de themapagina over Close Reading.

Meer uitgewerkte praktijkvoorbeelden zijn te vinden in de boeken Close Reading in de praktijk, verkrijgbaar via uitgeverij Pica.

Een meisje met een grote stapel boeken

Benieuwd naar onze boeken van de maand?

Er zijn zoveel mooie boeken en teksten bij allerlei thema’s, die je kunt gebruiken voor Close Reading. In deze rubriek tippen we je maandelijks nieuw verschenen boeken of zetten we oude bekende nog eens in de spotlights: het boek van de maand.

Hier zie je welke boeken deze titel allemaal hebben gekregen!

Share This