Rinus en zijn opa
Close Reading-lessenserie
Aan het eind van deze maand vinden de Nationale Voorleesdagen plaats. Natuurlijk sluiten wij daar met ons ‘Boek van de maand’ graag op aan. Het prentenboek van het jaar 2025 is Rinus, geschreven door Ingrid en Dieter Schubert. Een schitterend boek dat zich goed leent voor Close Reading.
Boek van de maand
Close Reading is een wetenschappelijk onderbouwde aanpak, die leerlingen helpt om de (diepere) betekenis van een tekst daadwerkelijk te doorgronden. In deze rubriek 'Boek van de maand' vind je elke maand tips voor boeken, verhalen of gedichten die zich heel goed lenen voor Close Reading. Vaak krijg je er ook compleet uitgewerkte lessenseries bij. Laat je inspireren!
Rinus en zijn opa
Het prentenboek is geschikt voor kinderen in de onderbouw en prettig voor te lezen. Er zit herhaling in de tekst, en constructies als ‘wilder dan wild’ en ‘sterker dan sterk’ spreken tot de verbeelding van kinderen in deze leeftijdsgroep. Fijn aan dit boek is ook de duidelijke verhaallijn die eenvoudig te volgen is. Tegelijk brengt deze verhaallijn een mooie diepere laag in het verhaal. Deze diepere laag zetten we centraal in de einddoelen van deze Close Reading-lessenserie:
- Leerlingen kunnen uitleggen waarom Rinus er alles aan doet om op zijn opa te lijken.
- Leerlingen kunnen uitleggen of Rinus’ respect voor zijn opa aan het eind van het verhaal groter is geworden.
In een prentenboek vind je uiteraard illustraties, deze zijn in dit boek mooi en veelzeggend. In deze lessenserie zit daarom ook een stukje Close Looking verwerkt.
Close Reading – sessie 1
Wat zegt de tekst?
Leesdoel:
- Ik kan vertellen wat er in het begin, midden en aan het eind van het verhaal gebeurt.
Het verhaal van Rinus heeft een duidelijke verhaallijn. In deze eerste sessie is het belangrijk dat leerlingen deze verhaallijn helder krijgen, dat ze weten wie een belangrijke rol in het verhaal spelen en wat er gebeurt. (N.B: De plaats waar het verhaal zich afspeelt, is in dit geval minder relevant. Daar hoef je in deze sessie dan ook geen vragen over te stellen.)
Voorbereiding
Je helpt leerlingen het verhaal na te vertellen door het verhaal in te delen in begin, midden en eind. Zorg ervoor dat je vooraf enkele belangrijke spreads van het boek gekopieerd hebt, die horen bij het begin, midden en eind. Maak in je lokaal ruimte waar kinderen de spreads kunnen neerleggen. Dit kan bijvoorbeeld door drie tafeltjes (begin, midden, eind) in de kring te zetten of een verdeling op de vloer te maken.
Introduceer het boek kort (!) door op het bord een foto te laten zien van een neushoorn. Vraag de kinderen of ze weten welk dier dit is en wat dit dier kan. Hoe zou de neushoorn aan zijn naam komen? Vertel de leerlingen daarna dat ze naar een verhaal gaan luisteren waarin neushoorns voorkomen.
Lees het volledige verhaal voor. Na het voorlezen deel je het leesdoel en stel je de volgende tekstgerichte vragen aan de leerlingen:
- Wat gebeurt er in het begin, midden en aan het eind van het verhaal?
- Wie zijn de hoofdpersonen?
- Wie hebben een bijrol?
Deel na het voorlezen de spreads met de leerlingen. Bespreek met elkaar wat er gebeurt op het punt van het verhaal waar de betreffende spread bij hoort, en laat je leerlingen nadenken over de vraag of dit bij het begin, midden of eind van het verhaal hoort. Laat ze de spreads vervolgens op de juiste plek neerleggen. (N.B: Heb je geen ruimte in je lokaal om dit te doen? Zorg dan voor een duidelijke, digitale weergave. Belangrijk is dat het visuele eindproduct van deze sessie in een oogopslag de verdeling duidelijk maakt.)
Voorbeeld van een schema Begin – midden – eind bij het boek ‘Rinus’.
Je kunt ervoor kiezen om alleen de spreads die bij het begin horen in de kring te bespreken en op de juiste plek neer te leggen. Zo kun je modelen hoe jij dit aanpakt. Vervolgens kun je de overige platen verdelen over de leerlingen. Zorg ervoor dat alle kinderen – eventueel per tweetal – een plaat hebben. Laat ze eerst zelf nadenken en vervolgens aan elkaar vertellen wat er op de plaat gebeurt en of dit bij het midden of het eind hoort. Bespreek dit vervolgens gezamenlijk en leg de platen in de kring op de juiste plek. Het gaat erom dat leerlingen uitgedaagd worden zelf na te denken, met elkaar in interactie zijn over de inhoud van het boek en verwoorden wat er gebeurt en waarom de spread bij het midden of eind hoort.
Een aantal ideeën om het verhaalbegrip en de mondelinge taalvaardigheid nog meer te stimuleren:
- Laat de leerlingen het schema in het klein opnieuw maken.
- Maak een verteltafel waar deze opdracht ligt.
- Zet tijdens een kringactiviteit de werkvorm Mix en ruil of Mix en koppel in met de afbeeldingen uit het boek. Kunnen de kinderen vertellen wat er in het begin, midden en aan het eind gebeurt?
Close Reading – sessie 2
Hoe wordt het in de tekst gezegd?
Leesdoel:
- Ik kan vertellen welke eigenschappen de opa van Rinus heeft.
Lees het verhaal opnieuw voor. Bekijk samen met de kinderen de mooie afbeeldingen in het boek extra goed. Met name de tekeningen op de eerste twee bladzijden van het verhaal vertellen veel over waar opa allemaal in uitblinkt.
Op de eerste bladzijde wordt verteld dat opa reuze sterk was. Vraag: “Wat kon opa dan?” Hij kon wel honderd boomstammen tegelijk optillen. Bekijk de afbeelding met de leerlingen en laat ze beschrijven wat ze nog meer zien: op de afbeelding wordt duidelijk dat hij nog meer zware dingen kon tillen, en op welke manier hij dit deed. Stimuleer je leerlingen om in hele zinnen te spreken. “Waaruit blijkt dat hij dat heel goed kon?”
Een andere optie: kopieer de afbeeldingen en geef deze aan de leerlingen. Laat hen tijdens het voorlezen omcirkelen wat ze horen en dit daarna aan elkaar vertellen.
Uit de afbeelding blijkt dat opa heel veel medailles heeft met het cijfer één erop. Leg uit wat dit betekent als kinderen dit niet weten. De medailles komen verderop in het verhaal weer terug, het is goed om er dan ook aandacht aan te besteden.
Op de volgende bladzijden wordt duidelijk hoe het nu met opa gaat: hij is oud, hij wil niets doen, hij is doof. Op grond van het begin lijkt opa in niets op zijn vroegere zelf. Spoor de kinderen aan om goed op te letten, want verderop in het verhaal komt opa in actie. “Daar zien we dat hij toch nog een aantal eigenschappen bezit, die hij eerder ook had.”
Vat na het voorlezen met de kinderen de kenmerken van opa samen in een venndiagram waarin je ‘opa vroeger’, ‘opa nu’ en ‘allebei’ zet. Laat de leerlingen met jou en met elkaar in gesprek gaan over de verschillende eigenschappen van opa. Waar horen deze bij en hoe blijkt dat uit de tekst en de afbeeldingen?
Voorbeeld van een venndiagram over de eigenschappen van opa in het boek ‘Rinus’.
Close Reading – sessie 3
Wat is de diepere betekenis van de tekst?
Leesdoelen:
- Ik kan uitleggen wat Rinus van opa vindt en welke woorden en zinnen daarvoor gebruikt worden.
- Ik kan vertellen wat ik van Rinus en van zijn opa vind.
Start deze sessie met een terugblik op sessie 1 en 2: Waar gaat het verhaal ook alweer over? En wat zijn de eigenschappen van opa? Laat leerlingen dit aan elkaar vertellen. Maak vervolgens een bruggetje naar het eerste leesdoel door de bijbehorende tekstgerichte vraag te stellen: “Wat vindt Rinus van opa?”
Ook sta je stil bij vragen als: “Wat wil Rinus graag?” en “Wat doet hij echt?” Lees alleen de bladzijden voor die antwoorden geven op deze vragen. Zorg ervoor dat er steeds interactie is tussen jou en de leerlingen; door voor te lezen, hardop na te denken (te modelen) en vragen te stellen die leerlingen aanzetten tot nadenken. Geef daarnaast ruimte voor interactie tussen leerlingen onderling over de vragen die je stelt. Op deze manier activeer en betrek je leerlingen bij het kringgesprek.
Rinus wil graag wilder zijn dan opa ooit was. Lukt dat ook? De andere dieren gaan ervandoor. Waarom zouden ze dat doen? Rinus zegt dat hij sterker is dan opa ooit was. Hij kan alle bomen van de wereld optillen, als hij zou willen … Sta stil bij deze zin. Vraag: “Wat wordt er bedoeld met als hij zou willen? Kan Rinus echt alle bomen van de wereld optillen of is hij misschien wat overmoedig?”
Vertel: “Het lukt Rinus niet om zelf uit de kloof te klauteren. Opa helpt hem. Hier zou Rinus bedeesd en beschaamd kunnen zijn. Het is hem niet gelukt om op eigen kracht uit het water te komen. Maar nee, Rinus is blij en trots als hij weer uit de kloof is. Op wie is hij trots? Waaruit blijkt dat hij trots is?” (Zagen jullie mijn opa? Hij is de wildste en sterkste van allemaal.)
Geef ook aandacht aan de zin Opa is een held. “Wat is een held? Waaruit blijkt dat opa een held is?” Leg hier ook een verbinding met de eigenschappen van opa vroeger en nu uit sessie 2.
Sta stil bij dat Rinus graag hetzelfde wil zijn als opa. Vraag: “Lukt dat ook?” Geef leerlingen de tijd om hierover na te denken. Kom samen tot de conclusie dat dit niet zo is, maar dat hij niet opgeeft, dat blijkt uit de laatste zinnen. Juist doordat hij zelf heeft ervaren hoe moeilijk het is om uit het water te komen, nemen zijn respect en ontzag voor opa toe. Juist door zijn tegenslag wordt zijn voornemen om net als opa te worden sterker. Het gaat nu dus niet meer alleen om het sterk en wild zijn, het gaat verder. Dat blijkt uit de afsluiting van dit verhaal: Opa is sterk, wild én moedig. Opa is een held. Dat wordt Rinus later ook! Lees deze zinnen nog eens nadrukkelijk voor en vraag de leerlingen of Rinus nu op een andere manier naar zijn opa kijkt.
Vraag tot slot wat de leerlingen zelf van Rinus en van zijn opa vinden. Laat ze als verwerking hier een tekening over maken en vervolgens over vertellen. Zouden zij net als opa of Rinus willen zijn? Waarom wel of waarom niet?
De kracht van voorlezen
Voorlezen doe je uiteraard niet alleen tijdens de Nationale Voorleesdagen. Voorlezen is altijd een goed idee! Want wist je dat:
- voorlezen een positief effect heeft op verschillende onderdelen van de taal- en leesvaardigheid, zoals het herkennen van letters, fonologisch bewustzijn, woordenschat en verhaalbegrip;
- voorlezen de ontwikkeling van de hersenen positief beïnvloedt (de hersengebieden voor visuele verbeelding en tekstbegrip worden geactiveerd);
- alle kinderen evenveel profiteren van voorlezen, ongeacht het opleidingsniveau, de sociale status of moedertaal van hun ouders;
- voorlezen temperamentvolle kinderen rust geeft?
Meer weten over de kracht van voorlezen? Lees onze ‘Jonge kind – Leestips van de maand september 2024’.
Tips voor de Nationale Voorleesdagen
De Nationale Voorleesdagen zijn dit jaar van 22 januari tot en met 1 februari. Enkele suggesties voor de invulling van de voorleesdagen op jouw school:
- Nodig iemand uit die op school komt voorlezen: de burgemeester, een opa of oma, een schrijver enzovoort.
- Aan welk voorleesboek heb jij goede herinneringen? Misschien heb je er nog een exemplaar van of vind je het in de bibliotheek. Neem het mee naar je klas en vertel over het boek. Leg uit waarom je dit zelf zo’n mooi verhaal vond. Natuurlijk lees je er ook een stukje uit voor.
- Nodig ouders/verzorgers uit om bij een voorleesmoment aanwezig te zijn. Laat de leerlingen gezellig bij hen zitten om het moment extra knus te maken.
- Denk ook aan het voorlezen van boeken in de moedertaal van leerlingen. Zet hiervoor bijvoorbeeld ouders in die de desbetreffende taal goed spreken.
- Gebruik ook digitale prentenboeken en wijs collega’s en ouders hierop. Dat kan eraan bijdragen dat er meer wordt voorgelezen!
- Organiseer een ouderavond over het belang van voorlezen of deel hier het een en ander over in de nieuwsbrief of in een ander communicatiemiddel van de school.
Meer informatie
Enthousiast geworden en wil je meer weten over Close Reading? Neem dan contact op met Marieke van Logchem of Liz Bunte. Of neem een kijkje op de themapagina over Close Reading.
Meer uitgewerkte praktijkvoorbeelden zijn te vinden in de boeken Close Reading in de praktijk, verkrijgbaar via uitgeverij Pica.
Benieuwd naar onze boeken van de maand?
Er zijn zoveel mooie boeken en teksten bij allerlei thema’s, die je kunt gebruiken voor Close Reading. In deze rubriek tippen we je maandelijks nieuw verschenen boeken of zetten we oude bekende nog eens in de spotlights: het boek van de maand.
Hier zie je welke boeken deze titel allemaal hebben gekregen!