033 - 46 12 680 info@expertis.nl

Meer dan twee miljoen Nederlanders kunnen zich niet redden met cijfers

“Investeer in effectief rekenonderwijs”

Home » Nieuwsoverzicht » Meer dan twee miljoen Nederlanders kunnen zich niet redden met cijfers

Meer dan twee miljoen Nederlanders kunnen zich niet redden met cijfers

“Investeer in effectief rekenonderwijs”

Laaggecijferdheid is een groot probleem. Groter nog dan laaggeletterdheid, laten onderzoekscijfers zien.1 Daarom is het cruciaal om te investeren in effectief rekenonderwijs. “Stuur daarbij op referentieniveau 1S, het streefniveau voor rekenen,” zegt Julia Vrolijk van Expertis Onderwijsadviseurs. “Het wordt alleen maar belangrijker om gecijferd te zijn.”

In Nederland hebben maar liefst 2,1 miljoen mensen, ouder dan 16 jaar, moeite met rekenen. Ze vinden het niet alleen lastig om sommen uit te rekenen. Ook in het dagelijks leven kunnen ze niet goed en zelfstandig omgaan met getallen en cijfermatige informatie. Dit wordt ‘laaggecijferdheid’ genoemd.2 Wat niet veel mensen weten is dat er in ons land meer laaggecijferde mensen zijn dan laaggeletterde: 1,9 miljoen Nederlanders hebben (ook) moeite met taal.3

Ook de resultaten van het laatste PISA-onderzoek zijn alarmerend: onder andere de wiskundeprestaties van vijftienjarigen gaan flink achteruit.4

“Dit is zorgelijk”, reageert Julia Vrolijk, onderwijsadviseur en specialist rekenen/wiskunde bij Expertis Onderwijsadviseurs. “Ik denk dat de maatschappij zich onvoldoende bewust is van de ernst hiervan. Soms heerst het sentiment: ‘Je kunt toch je telefoon of rekenmachine erbij pakken om iets uit te rekenen?’ Maar zo werkt het niet. Je moet begrijpen wát je moet uitrekenen. En je hebt voldoende getalbegrip nodig om te kunnen snappen wat je moet invoeren in je rekenmachine én om te kunnen checken of je antwoord klopt.”

Laaggecijferheid maakt kwetsbaar

Laaggecijferdheid is dus een onderschat probleem, vindt Julia, en dat is ongewenst, want het maakt kwetsbaar. In het nieuwe onderzoeksrapport Wat werkt bij het versterken van gecijferdheid?  (2023) schrijven Bart Kleine Deters (CINOP/ECBO), Tina Dulam (Hogeschool Utrecht) en Kees Hoogland (Hogeschool Utrecht) over vier terreinen waarop individuen kwetsbaar zijn als zij problemen hebben met gecijferdheid:5

  1. de eigen financiën;
  2. de eigen gezondheid;
  3. de werkplek;
  4. het maatschappelijk leven (burgerschap).

Ook in het digitale verkeer zijn laaggecijferden zeer kwetsbaar; dit speelt in alle vier de contexten een grote rol.

Koers op het streefniveau

Het is cruciaal om te focussen op en te investeren in effectief rekenonderwijs, vindt Julia: “We weten dat momenteel te weinig leerlingen bij rekenen het streefniveau 1S halen. De landelijke ambitie is dat 65 procent van de leerlingen aan het eind van de basisschool kan rekenen op het streefniveau, maar in 2022 was dit slechts 42,2 procent.6 Terwijl het streefniveau het ‘algemeen maatschappelijk niveau’ wordt genoemd. Het is heel belangrijk om daarop te sturen. De maatschappij wordt steeds complexer, er wordt steeds meer gevraagd. Het wordt alleen maar belangrijker dat je gecijferd bent.”

“Het is heel belangrijk om te sturen op 1S. De maatschappij wordt steeds complexer”

Julia Vrolijk

“Ik denk dat de maatschappij zich onvoldoende bewust is van de ernst van laaggecijferdheid”

“Besteed voldoende tijd aan rekenen: minimaal één uur per dag. En zwakke rekenaars geef je wekelijks nog een uur extra”

Investeren in goed rekenonderwijs

Aan welke knoppen kunnen leraren draaien? “Bij Expertis hanteren we zeven elementen van effectief rekenonderwijs, die gebaseerd zijn op wetenschappelijke inzichten”, legt Julia uit. “Allereerst is het belangrijk om te werken met uitdagende, heldere doelen (1). In het rekenonderwijs stuur je op die doelen; je werkt als leraar dus doelgericht. Dat betekent dat je inzicht hebt in doelen en leerlijnen, zodat je goed kunt inschatten aan welk onderwerp je meer of wat minder aandacht moet geven.”

“Daarnaast is het belangrijk om voldoende tijd (2) te besteden aan rekenen: minimaal één uur rekenonderwijs per dag. Daarbij wordt er elke dag geautomatiseerd. En zwakke rekenaars geef je nog meer tijd om te rekenen (3): een uur per week extra. Daarnaast ga je uit van convergente differentiatie (4), zodat álle leerlingen de rekendoelen halen. Daarbij is effectieve instructie (5) essentieel. Je leert leerlingen expliciet aan hoe je de rekenproblemen oplost.”

Het is ook nodig om vroegtijdig eventuele rekenproblemen te signaleren en daarop te reageren (6). Julia: “Dat betekent dus dat je al in de kleuterklas goed observeert: wat kunnen de leerlingen en wat nog niet? En dat je bij achterstanden niet denkt: dat komt wel in groep 3. Nee, juist een sterke start is belangrijk. We weten uit onderzoek7 dat de hoeveelheid getalbegrip die kleuters in groep 1-2 hebben, een belangrijke voorspeller is voor later schoolsucces in zowel het basis- als voortgezet onderwijs.”

Tot slot noemt Julia het belang van het monitoren van het rekenonderwijs (7): “Ga effectief met data om. Dat betekent dat je toetsresultaten goed analyseert, en aan de hand daarvan vervolgacties onderneemt, om nog beter aan te sluiten bij wat je leerlingen nodig hebben.”

Rekenangst voorkomen

Effectief rekenonderwijs – vanaf groep 1 – is dus cruciaal. Daarnaast is er nog iets waar scholen op zouden moeten focussen, geeft Julia aan: een positieve sfeer in de rekenles, waarin kinderen niet bang zijn om fouten te maken. Volgens de onderzoekers Kleine Dete, Dulam en Hoogland (2023) draagt ‘rekenangst’ bij aan laaggecijferdheid: “Rekenangst is een veel voorkomend probleem in het onderwijs en zorgt ervoor dat leerlingen minder presteren in rekenen en wiskunde.”8 Rekenangst heeft zowel een cognitieve als affectieve component, schrijven de drie: “De affectieve component betreft de stresssymptomen zoals hartkloppingen bij rekenen. De cognitieve component betreft negatieve gedachten over falen of een negatief oordeel over zichzelf.” (pag. 26 en 27).

“Rekenangst is een lastig probleem”, reageert Julia. “Als leerlingen blokkeren, is dat heel ingewikkeld. Hun werkgeheugen wordt dan belast met zorgen, in plaats van met het oplossen van sommen.” Uit onderzoek blijkt dat het onder andere belangrijk is dat leerlingen positieve rolmodellen om zich heen hebben, zodat de angst kan verminderen.9 Julia: “Ik zie nog wel eens dat leraren de les beginnen met: ‘We gaan vandaag iets héél moeilijks leren!’ of ‘Wat we nu gaan doen, is wel een beetje lastig!’ Ik adviseer dan om dat net even anders te doen. Zeg bijvoorbeeld: ‘We gaan vandaag iets héél gaafs leren.’ Leraren zijn zich er vaak niet van bewust, dat je soms met kleine aanpassingen de sfeer rondom rekenen positief kunt veranderen.”

Gecijferde leerlingen

Julia besluit: “We moeten er alles aan doen om laaggecijferdheid te voorkomen. Door effectief rekenonderwijs te geven, in een opbouwende sfeer, helpen we álle kinderen gecijferde leerlingen te worden.”

“Een sterke start, vanaf groep 1 en 2, is belangrijk. Denk bij achterstanden niet: dat komt wel in groep 3”

Werken aan effectief rekenonderwijs

Meer weten over hoe je effectief rekenonderwijs vormgeeft? Lees hoe Expertis scholen ondersteunt bij thema’s als rekeninstructie geven, automatiseren, rekenproblemen voorkomen, leerlijnen en meer.

Wil je met ons sparren over het rekenonderwijs op jouw school? Neem contact op met onderwijsadviseur Julia Vrolijk

Bronnen

  1. https://ecbo.nl/wp-content/uploads/sites/3/Wat-werkt-bij-het-versterken-van-gecijferdheid.pdf
  2. https://ecbo.nl/onderzoekspublicatie/wat-werkt-bij-het-versterken-van-gecijferdheid/
  3. https://www.hu.nl/onderzoek/gecijferdheid-is-een-basisvaardigheid
  4. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/12/05/resultaten-pisa-2022-in-vogelvlucht
  5. Kleine Deters, B., Dulam, T., & Hoogland, K. (2023). Wat werkt bij het versterken van gecijferdheid? Expertisepunt Basisvaardigheden/Movisie.
  6. Inspectie van het Onderwijs (2023). De Staat van het Onderwijs 2023.
  7. Ros, B., Hickendorff, M., Keijzer, R., & Van Luit, H. (2022). Leer ze rekenen. Praktische inzichten uit onderzoek voor leraren basisonderwijs. Ten Brink.
  8. Richardson, F. C., & Suinn, R. M. (1972). The mathematics anxiety rating scale: psychometric data. Journal of Counseling Psychology, 19(6), 551.
  9.  Ros, B., Hickendorff, M., Keijzer, R., & Van Luit, H. (2022). Leer ze rekenen. Praktische inzichten uit onderzoek voor leraren basisonderwijs. Ten Brink.
Share This