Zo kun je M-toetsen aangrijpen om er als school beter van te worden
Van routine naar impact
Voor veel basisscholen is de M-toets een rituele gewoonte. Hoe kun je dit halfjaarlijkse moment aangrijpen om er als school beter van te worden? Hannelore Bruggeman van Scholengroep Veluwezoom heeft er een aanstekelijke vorm voor gevonden.
Het is een wettelijke plicht voor alle basisscholen om de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet te volgen. In januari zijn er daarom de M-toetsen (midden in het schooljaar) en in juni de E-toetsen (einde van het schooljaar). De gedachte erachter is dat beide toetsen laten zien hoe de reken- en taalvaardigheden van leerlingen zich ontwikkelen gaandeweg het schooljaar.
Hannelore Bruggeman is voorzitter van het college van bestuur van Scholengroep Veluwezoom. Scholengroep Veluwezoom telt elf openbare basisscholen in Rheden, Dieren, Spankeren, Rozendaal, De Steeg en Velp. Het college is verantwoordelijk voor zo’n 1800 leerlingen en 200 personeelsleden. ‘Wij zien de opbrengsten van beide toetsen als mogelijkheid om onze scholen te evalueren en kritisch naar ons onderwijsproces te kijken’, vertelt Hannelore.
Niet over rozen
Wat gaat goed op onze scholen en wat kan beter? Die vragen staan bij Scholengroep Veluwezoom centraal in de zelfevaluatie. Dat gebeurt ook op basis van de M- en E-toetsen. ‘We zijn een lerende organisatie en we willen telkens naar onszelf kijken waar het beter kan’, aldus Hannelore.
Onlangs nam Scholengroep Veluwezoom Jaap de Jonge, senior onderwijsadviseur bij Expertis Onderwijsadviseurs in de arm. Hij werkt samen met Scholengroep Veluwezoom aan het versterken van de zelfevaluaties. ‘In veel beleidsplannen van scholen staat: wij willen een lerende organisatie zijn. Maar dat in de praktijk handen en voeten geven, is niet altijd eenvoudig, merkt Jaap. ‘Dat pad gaat inderdaad niet over rozen’, erkent Hannelore. Niettemin steken haar scholen hier heel bewust tijd en energie in.
“In veel beleidsplannen van scholen staat: wij willen een lerende organisatie zijn. Maar dat in de praktijk handen en voeten geven, is niet altijd eenvoudig”
Hannelore: ‘Onze scholen evalueren twee keer per jaar de leeropbrengsten. Dan kijken we of de eerder geformuleerde doelstellingen zijn gehaald. We voeren daar met elkaar het gesprek over: Wat heeft gewerkt en waar moeten we meer aan werken? Zo proberen we onze onderwijsprocessen telkens te verbeteren.’
Hannelore Bruggeman
Jaap de Jonge
“Soms zie je op scholen dat men niet altijd op zoek is naar de oorzaken van teleurstellende resultaten.”
Helikopter
Met een afvaardiging van leraren, interne begeleiders en schoolleiders van alle elf scholen maakt Hannelore twee dagen vrij in de agenda’s voor deze zelfevaluaties. ‘We stappen als het ware samen in de helikopter om boven het onderwijsproces te vliegen. Inmiddels hebben we er al een paar jaar ervaring mee, maar het blijft oefenen om elkaar de goede vragen te stellen. Verwijten zijn uit den boze. Fouten maken mag. Je mag alleen geen problemen verhullen. Want dat staat onze onderwijsontwikkeling in de weg.’
Jaap de Jonge werkt samen met hen aan betere evaluaties. Daarbij schuwt hij de scherpe vragen niet. Hannelore moedigt dat ook aan. ‘Leraren en directeuren mogen best wel eens denken: Oeps, dat is niet makkelijk om te horen. Maar vaak is het nodig om verder te groeien in kwaliteit. Wij maken zelfevaluaties nooit persoonlijk. Het gaat om het onderwijsproces. We zijn allemaal professionals die naar eer en geweten handelen. In die sfeer geven we elkaar feedback.’
Niettemin kunnen zelfevaluaties soms schurend zijn voor het personeel, erkent Jaap. ‘Ik ben af en toe best kritisch bij evaluaties, omdat ik de school een spiegel voorhoud. Maar als we samen het gesprek voeren is de uitkomst bijna altijd: We moesten door deze zure appel heen bijten om er beter van te worden. Leerlingen worden beter van feedback, maar dat geldt ook voor leraren, intern begeleiders en directeuren.’
Ingeslopen gewoontes
Wat onderwijsexpert Jaap de Jonge probeert is om boven water te krijgen of je als school meer kunt doen dan je al doet om de resultaten van de leerlingen te beïnvloeden. ‘Soms zie je op scholen dat men niet altijd op zoek is naar de oorzaken van teleurstellende resultaten. Maar als het gaat zoals het gaat, brengt dit de school soms in een neerwaartse spiraal. Het gaat natuurlijk nooit om verwijten, maar om constateringen. Ik ben vooral nieuwsgierig: Hoe komt het dat het lezen of rekenen achteruitgaat? Wat is daar binnen de eigen cirkel van invloed van de school aan te doen?’
Jaap geeft een concreet voorbeeld uit een zelfevaluatie: ‘In een evaluatie vond ik de zin: Leerlingen in de bovenbouw laten zich maar moeilijk motiveren. Als je dat terugkoppelt naar het onderwijsproces, hoort daar eigenlijk te staan: Leraren in de bovenbouw lukt het niet om leerlingen te motiveren. Dan is de vraag om met elkaar te bespreken: Hoe kunnen we ons onderwijs zo aanpassen, dat we leerlingen beter motiveren? Je merkt dan dat de formulering van een evaluatie nauw steekt.’
Elkaar vragen stellen
Hannelore zegt dat er bij haar scholen inmiddels een cultuur is gegroeid waarin medewerkers elkaar vragen stellen. ‘Dat hoort bij een professionele onderwijsomgeving waarin we beter willen worden. Neem niet te snel genoegen met antwoorden; stel verdiepingsvragen: Hoe denk je dat het komt? Waarom is het je niet gelukt? We gaan altijd op zoek naar oorzaken van achterblijvende resultaten.’
Zelfevaluaties helpen scholen om boven het gemiddelde uit te groeien, stelt Jaap. ‘Het is eigenlijk geen reden om tevreden te zijn als je boven de signaleringswaarden scoort als school. Wellicht kun je als school ambitieuzere doelen stellen. De signaleringswaarden van de onderwijsinspectie worden dan als uitgangspunt genomen, terwijl die eigenlijk een absolute ondergrens zijn wat betreft leerresultaten. Sommige scholen evalueren vrijblijvend. Het is dan meer dan een terugblik zonder beleidsmatige consequenties. Als je als school ambitieuze doelen stelt, zorg er dan ook voor dat die ambities worden geëvalueerd.’
‘Sommige scholen evalueren vrijblijvend. Het is dan meer dan een terugblik zonder beleidsmatige consequenties.”
Op de elf openbare scholen van Scholengroep Veluwezoom is daar geen sprake van, onderstreept Hannelore. ‘Wij willen bij elke meting kijken hoe onze resultaten zich verhouden tot onze streefdoelen. Voorheen lag er veel accent op de individuele ontwikkeling van leerlingen. Nu kijken we vaker naar de ontwikkeling van de school als geheel en naar de onderwijsprocessen. Daar worden we met elkaar wijzer van.’
Niemand zit te wachten op evaluaties waar alleen maar extra werk uitrolt. Hoe gaat onderwijsadviseur Jaap de Jonge daarmee om? ‘Evalueren betekent eigenlijk: de waarde bepalen van wat je als school hebt gedaan. Wat werkt wel en wat werkt minder goed? Als resultaten van rekenen tegenvallen, hoor je al snel: We moeten meer gaan oefenen. Nee, die conclusie wordt te snel getrokken. Je moet eerst dieper analyseren waarom rekenresultaten achterblijven en dan pas met elkaar bepalen hoe je tot handelen komt. De conclusie is bijna nooit dat leraren harder moeten gaan werken. Beslist niet. Maar wel dat sommige dingen anders en effectiever kunnen worden gedaan.’
Bestuurders
Jaap sluit af: ‘Ik zie veel bestuurders zoeken naar manieren om impact te genereren op de onderwijskwaliteit. Een stevige evaluatie is daarbij een uitstekende manier. Het gemiddelde evaluatierapport is lang en wollig, een echte kritische reflectie én concrete verbeterpunten voor de onderwijspraktijk ontbreken wel eens. Het écht kritisch durven kijken naar de resultaten legt een vinger op interne oorzaken als uitdagingen in het onderwijs.’
“Neem niet te snel genoegen met antwoorden; stel verdiepingsvragen.”
“Van reflectie kun je eigenlijk alleen maar beter worden. Je moet het wel zelf willen en durven!” Dat is de overtuiging van senior onderwijsadviseur Jaap de Jonge. Hij is gespecialiseerd in kwaliteitszorg en bestuurlijk handelen.
Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Jaap de Jonge via 06 – 20 03 37 83 of per mail via jaap.de.jonge@expertis.nl