Werken aan kansengelijkheid binnen het voortgezet onderwijs, wat vraagt dit van de docent?
Door: Manon Biemans
Gelijke kansen in het onderwijs is de laatste jaren een veelvuldig besproken onderwerp en ook in de staat van Onderwijs (2022) een veelgenoemde term. Maar de stap naar wat dit concreet betekent voor de docent voor de klas, wordt vaak overgeslagen. Ongelijkheid is een gegeven dat we niet zomaar kunnen veranderen. Maar wat kun je als docent wél doen om gelijke kansen te bieden? In dit artikel bespreekt Manon Biemans, onderwijsadviseur bij Expertis, vanuit invloedrijke wetenschappelijke publicaties drie onderwerpen waarvan bekend is dat ze invloed hebben op gelijke kansen. Een blog over opvattingen, verwachtingen en houding & gedrag.
Opvattingen: de impact van vooroordelen
Onze samenleving hecht veel waarde aan gelijke kansen voor jongeren binnen het voortgezet onderwijs. De onderwijsinspectie benadrukt scholen gelijke kansen te stimuleren. Echter zijn er maatschappelijke patronen die zorgen voor ongelijkheid, zoals de verschillen in sociaal economische status. In onze westerse maatschappij bestaan patronen die zorgen voor ongelijkheid. Vroeger bepaalde je afkomst of je doorstudeerde en tegenwoordig hopen we dat inzet en cijfers hierin bepalend zijn. Toch blijkt uit onderzoek van Mijs (2016) dat vooroordelen van docenten meewegen in de schoolloopbaan van leerlingen. Docenten verwachten minder van leerlingen met een lage sociaal economische status. Daartegenover blijkt dat hoogopgeleide ouders hun kinderen meer steunen en motiveren en streven naar het hoogste niveau. Een uitspraak als ‘Waar je wieg staat, bepaalt waar je terechtkomt’ geldt nog steeds. De denkbeelden van docenten zijn belangrijk als het gaat om het bieden van gelijke kansen. Hoe denk je als docent over de intelligentie van leerlingen? Is dit een vaststaand gegeven? Heeft de docent hier invloed op?
Intelligentie is geen vaststaand gegeven en als docent kun je er zeker voor zorgen dat leerlingen vooruitgaan. Onderwijs is een krachtig middel en ons brein is plastisch; het vermogen om te leren blijft ons leven lang intact. De ene leerling vraagt intensievere begeleiding of meer leertijd dan de andere leerling. Met andere woorden: met de één moet je alleen iets harder werken dan met de ander. De overtuiging ‘iedereen kan bijna alles leren’ is een belangrijke mindset voor docenten, zo blijkt uit onderzoek. Het gaat erom dat wanneer je denkt dat een leerling een bepaald plafond heeft bereikt, dat jij je hier als docent ook naar gaat gedragen. Als jij de mindset niet hebt dat je met een leerling wat harder moet werken – dus de leertijd moet intensiveren – dan kan je geen hoge verwachtingen hebben. Een praktijkvoorbeeld: je stelt als docent een lastige vraag en geeft de leerling waarvan je lage verwachtingen hebt de beurt. Hij of zij geeft aan het antwoord niet te weten, dat verwachtte je al. Je gaat door naar een volgende leerling. Deze volgende leerling die in jouw ogen sterk is in jouw vak, weet ook het antwoord niet. Dit verbaast jou wel. Wat doe je? Je helpt deze laatstgenoemde leerling naar het juiste antwoord. De leerling die het eerste de beurt kreeg, laat je onbewust links liggen.
“De overtuiging ‘iedereen kan bijna alles leren’ is een belangrijke mindset voor docenten, zo blijkt uit onderzoek.”
Voelspriet voor verwachtingen
Leerlingen voelen haarfijn aan hoe docenten over hen denken. Gedrag en non-verbale signalen verraden gevoelens en verwachtingen ten aanzien van leerlingen. In 1991 onderzochten Babad en collega’s aan de hand van video’s wat docenten uitstraalden. Deze videoclips werden beoordeeld door kinderen, jongeren, leraren in opleiding en ervaren docenten. Middels korte clips werden vier leraren beoordeeld uit zowel primair- als voortgezet onderwijs op hun denkbeelden van leerlingen. De beoordelaars beantwoordden slechts drie vragen. Heeft de docent een hoge of lage pet op van de leerling? Is deze leerling wel of niet geliefd bij zijn leraar? En welke kenmerken zie je in het non-verbale en verbale gedrag?
Alle beoordelaars wisten feilloos te bepalen hoe de docenten over hun leerlingen dachten zonder ook maar één leerling in beeld te krijgen. Ze gingen af op wat ze hoorden en zagen en gaven antwoorden aan de hand van clips van slechts 10 seconden. Deze gedragingen vertellen iets over de verwachtingen van docenten. Dat werd ook vastgesteld in het onderzoek van Rosental en Jacobsen in 1968 onder het zogenoemde ‘Pygmalion effect.’ Binnen dit onderzoek werd vastgesteld dat docenten vier positieve gedragingen lieten zien bij leerlingen waar ze hoge verwachtingen van hebben. Docenten bieden deze leerlingen een warmer klimaat (glimlachen vaker, zijn vriendelijk). Daarnaast krijgen deze leerlingen vaker de beurt. Ook worden zij voorzien van meer en moeilijkere leerstof en deze leerlingen ontvangen meer feedback.
“Docenten lieten vier positieve gedragingen zien bij leerlingen waar ze hoge verwachtingen van hadden.”
Docenten zijn continu bezig de leerprestaties van leerlingen te verklaren. Cooper en Burger (1980) onderzochten met collega’s aan wie het succes en het falen van een opdracht werd toegeschreven. Uit zijn onderzoek blijkt dat het succes en falen vooral toegeschreven wordt aan inzet van leerlingen. Dus een leerling heeft wel of niet zijn of haar best gedaan of deze leerling let wel of niet op in de klas. De conclusie die we hieruit kunnen trekken, is dat bij het zoeken naar verklaringen veelal verklaringen worden gezocht bij de leerling en niet bij de docent zelf. Ook bleek uit dit onderzoek dat er een koppeling te maken is naar hoge en lage verwachtingen. Bij leerlingen waarvan de docent lage verwachtingen had, werd vaker een gebrekkige inzet als oorzaak gezien. Bij leerlingen met hoge verwachtingen – die slecht scoorden op een taak – werd de verklaring ‘de taak was te moeilijk’ veelal gegeven. En een matige leerling die goed presteerde? Dat werd toegeschreven aan de interesse van de leerling voor deze taak.
“Bij leerlingen waarvan de docent lage verwachtingen had, werd vaker een gebrekkige inzet als oorzaak gezien.”
“De denkbeelden van docenten zijn belangrijk als het gaat om het bieden van gelijke kansen.”
Houding en gedrag: de kracht van de juiste mindset
Naast opvattingen en verwachtingen, spelen ook houding en gedrag een grote rol bij het bieden van gelijke kansen. Welk docentengedrag draagt bij? Waar liggen kansen voor het onderwijs? Een eerste stap is altijd een stuk bewustwording. Waar zijn mijn beelden, opvattingen en verwachtingen op gebaseerd? En probeer ik mijn leerlingen oprecht elke les een nieuwe kans te bieden of heb ik me onbewust toch door vooroordelen laten leiden? Ook als docent zul je bepaalde ideeën hebben waarom de ene leerling beter presteert dan de ander.
De juiste mindset is belangrijk binnen het onderwijs. De mindset ‘mijn leerlingen kunnen bijna alles leren, alleen met de één moet ik harder werken dan met de ander’, of ‘deze leerling kan het NOG niet’ blijkt motiverend te werken. Intelligentie is geen vaststaand gegeven, we spreken hier liever over beginners en experts. Meester spreekt in zijn boek Wetenswaardig over het fenomeen van het opbouwen van kennis binnen het onderwijs. Iedereen is uiteindelijk in staat om enigszins expert te worden binnen een onderwerp. Laat leerlingen ervaren dat iedereen beter kan worden in een vak en zorg voor een rijk onderwijsaanbod. Jij bent van grote invloed op de leerresultaten van je leerlingen.
Naast de mindset zijn er ook didactische tools die bijdragen aan kansengelijkheid binnen het leslokaal. Ga bijvoorbeeld over op het geven van willekeurige beurten en laat geen vingers meer opsteken. Grabbel een naam uit een bak nadat je een vraag hebt gesteld, zodat iedereen aan de beurt kan komen. Zo activeer je iedereen en bied jij een gelijke kans; een win-win situatie. Ook kan je denken aan wisbordjes waarop elke leerling een antwoord schrijft. Enerzijds activeer je iedereen, anderzijds haal je informatie op over de beheersing van de leerstof die je geboden hebt. Ook dit draagt bij aan het bieden van gelijke kansen. Stel veel vragen, daag leerlingen uit door hoge doelen te stellen, voorzie hen van feedback, doe het voor en neem je leerlingen mee aan de hand zodat zowel jij als zij veel succeservaringen opdoen.
Betrek collega’s en werk samen
De rol van de docent is cruciaal. De didactische aanpak en diens houding zijn van grote invloed op het leren van leerlingen binnen de school. Deze aanpak en houding zijn gebaseerd op een visie op leren. Hoe is deze visie binnen jouw school? Denkt alle docenten binnen het team hetzelfde over bijvoorbeeld intelligentie? Heeft elke leerling potentie? En gelooft het schoolteam in zichzelf en in hun kunnen? De mate waarin je als docent gelooft in je eigen vaardigheden is tot slot ook van invloed op leerlingen. Praat eens met collega’s of je teamleider en bespreek het tijdens een teamoverleg. Zo draag je bij aan het maximale uit de leerlingen te halen!
“Waar zijn mijn beelden, opvattingen en verwachtingen op gebaseerd?”
Meer weten?
Manon Biemans is onderwijsadviseur bij Expertis. Wilt u aan de slag met dit thema in het voortgezet onderwijs? Neem dan contact op via manon.biemans@expertis.nl.
Bekijk ons aanbod binnen het voortgezet onderwijs
Literatuurlijst
Babad, E., Bernieri, F., & Rosenthal, R. (1991). Students as judges of teachers’ verbal and nonverbal behavior. American Educational Research Journal, 28(1), 211-234.
Cooper, H. M., & Burger, J. M. (1980). How teachers explain students’ academic performance: A categorization of free response academic attributions. American Educational Research Journal, 17, 95-109.
Inspectie van het Onderwijs (2022). De Staat van het Onderwijs 2022. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.
Meester, E. (2021). Wetenswaardig. Huizen: Uitgeverij Pica.
Mijs, J. J. B. (2016). The unfulfillable promise of meritocracy: Three lessons and their implications for justice in education. Social Justice Research, 29, 14-34.
Rosenthal, R., & Jacobson, L. (1968). Teacher expectations for the disadvantaged. Scientific American, 218(4), 19-23.
Van den Bergh, L., Denessen, E., & Volman, M.L.L. (eds.) (2020). Werk maken van gelijke kansen. Praktische inzichten uit onderzoek voor leraren basisonderwijs. Didactief Onderzoek.