“We zien allemaal dat EDI werkt”
De Nieuwe Baarnsche School gaat voor een duurzame invoering van Expliciete Directe Instructie
De Nieuwe Baarnsche School voerde in de afgelopen twee jaar, met hulp van Expertis Onderwijsadviseurs, in alle groepen het EDI-lesmodel in. Met zichtbaar effect: leerlingen pikken de leerstof beter op en zijn meer betrokken dan voorheen. Binnen het team is er veel draagvlak voor EDI en dat draagt eraan bij dat de aanpak niet verwatert, maar duurzaam wordt.
Eigenlijk gaat het al een tijd heel goed op de Nieuwe Baarnsche School (NBS), een basisschool met zo’n vijfhonderd leerlingen in zeventien groepen, vlak bij het centrum van Baarn. Drie jaar geleden kreeg de NBS de waardering ‘goed’ van de inspectie, maar toch startte het team met een verbetertraject. Directeur Henk van Droffelaar legt uit: “De inspecteur gaf destijds aan: als jullie nog érgens winst kunnen behalen, dan is dat op het gebied van het didactisch handelen van de leraren. Dat kon eenduidiger.”
Instructie verder versterken
Het managementteam liet dat zich geen twee keer zeggen en besloot de NPO-gelden van toen in te zetten om Expliciete Directe Instructie (EDI) schoolbreed in te voeren. Helemaal nieuw was deze aanpak niet voor de NBS. Het team werkte al met het directe-instructiemodel en was ook bezig met coöperatief leren. Monique Peek, middenbouwcoördinator en leraar van groep 3: “Met EDI wilden we onze instructie verder versterken. Daarbij wilden we ook coöperatieve werkvormen inzetten, om zo de betrokkenheid van leerlingen nog groter te maken.”
“Met EDI willen we onze instructie verder versterken”
Expliciete Directe Instructie: een effectief lesmodel
Expliciete Directe Instructie (EDI) is een effectief lesmodel dat de kwaliteit van de instructie verbetert. Het model kent een aantal vaste lesfasen. De leraar legt uit, doet voor, oefent samen met de leerlingen en geeft hun de gelegenheid om met elkaar te oefenen. In een EDI-les zet de leraar bovendien enkele belangrijke technieken in: het controleren van begrip, het betrekken en activeren van leerlingen, het geven van feedback en herhalen. Het doel van EDI is dat álle leerlingen de leerstof leren. EDI zorgt dan ook voor succeservaringen en betere leerprestaties. Lees meer over Expliciete Directe Instructie.
Tweejarig traject
Om EDI binnen de school een effectieve en blijvende plek te geven, besloot de NBS de samenwerking met Expertis aan te gaan. “Vanaf het eerste moment was er een klik”, zegt Henk. “De adviseurs – Michel Freriks en Ruth Heuvelman – straalden deskundigheid en vertrouwen uit. Dat komt wel goed, dacht ik.”
En het kwam ook goed. Het team doorliep een tweejarig traject, waarin theorie en praktijk op een prettige manier werden afgewisseld. Tijdens studiedagen leerden de leraren onder andere over de belangrijke uitgangspunten en het achterliggende doel van EDI. De inhoud sloeg meteen aan. Denise Jansen, leraar van groep 7, blikt terug: “De bijeenkomsten waren heel boeiend. Dat kwam ook door de manier van presenteren; activerend en met humor. En het feit dat de aanpak wetenschappelijk onderbouwd is, maakte het interessant.” Collega Dennis Berendsen, bovenbouwcoördinator en leraar van groep 7, vult aan: “Er werden daarbij veel voorbeelden uit de praktijk gegeven, wat de inhoud herkenbaar maakte.”
“De studiedagen waren heel boeiend. Dat kwam ook door de manier van presenteren; activerend en met humor. En het feit dat de aanpak wetenschappelijk onderbouwd is, maakte het interessant”
Lesbezoeken en feedbackgesprekken
Ook in bouwvergaderingen kreeg EDI structureel aandacht, en de leraren kregen volop ruimte om samen EDI-lessen te ontwikkelen en voor te bereiden. Al snel werden ze gestimuleerd het geleerde in de praktijk te brengen, waarbij de adviseurs meekeken. Middenbouwcoördinator Monique: “Op de dagen van de lesbezoeken vonden ook terugkoppelmomenten plaats, waarin de adviseurs de leraren feedback gaven. Wij als bouwcoördinatoren gingen vanaf het begin af aan mee, zodat we uiteindelijk zelf de lesbezoeken konden afleggen en de feedbackgesprekken konden voeren.”
Monique herinnert zich dat sommige collega’s aanvankelijk best tegen de lesbezoeken opzagen. “Je wilt het als leraar direct goed doen en dat maakt het spannend. Maar het was meteen helder dat de lessen niet perfect hoefden te zijn. ‘We zijn aan het leren’, was de boodschap. Dat gaf lucht.” Leraar Denise reageert: “En het was fijn dat de feedback altijd adaptief en opbouwend was.”
“Het was fijn dat de feedback altijd adaptief en opbouwend was”
“De adviseurs dachten goed mee. Ze waren betrokken en vroegen: vertel eens, waar loop je tegenaan?
Zoektocht in de onderbouw
Gedurende het traject was er volop ruimte om stil te staan bij de vragen die leraren hadden. Monique: “De adviseurs dachten goed mee. Ze waren betrokken en vroegen: vertel eens, waar loop je tegenaan? Sterk was ook dat een van de adviseurs specifieke expertise over het jonge kind had. Ook de vragen van de onderbouwleraren werden beantwoord.” Henk: “Het was soms zoeken: hoe geef je de EDI-fases vorm in een kleuterles? Ik vind het mooi om te zien dat ook de collega’s in de onderbouw de lesfases hebben omarmd.”
Stuurgroep
Voor directeur Henk stond vast dat de invoering van EDI goed geborgd moest worden: “Ik wilde dat de aanpak niet zou verwateren, dat het effect langdurig zou zijn.” De stuurgroep die aan het begin van het traject in het leven werd geroepen, levert hieraan een cruciale bijdrage. In het eerste jaar zaten de bouwcoördinatoren en directie in de stuurgroep, in het tweede jaar kwamen daar leraren bij. “Elke bouw is vertegenwoordigd”, legt Dennis uit, “en dat is bewust. Zo zorgen we ervoor dat alle neuzen in de school dezelfde kant op staan.”
De stuurgroepleden komen ook nu regelmatig bij elkaar om te bespreken hoe EDI een nog betere plek in de school kan krijgen. Ook zijn ze beschikbaar voor vragen van het team en leggen ze inmiddels zelf lesbezoeken af. “Collega’s staan hier open voor”, ziet bovenbouwcoördinator Dennis. “Het helpt dat iedereen weet dat we niet beoordelen, maar coachen.”
Verder is op kwaliteitskaarten overzichtelijk beschreven waaraan een EDI-les moet voldoen, wordt EDI opgenomen in de bouwplannen en blijft de aanpak een vast agendapunt op de bouwvergaderingen. Dennis: “En we blijven samen EDI-lessen ontwikkelen en voorbereiden. Collega’s kijken ook bij elkaar in de les.”
“We blijven samen EDI-lessen ontwikkelen en voorbereiden. Collega’s kijken ook bij elkaar in de les”
Draagvlak in alle geledingen
Om EDI te verduurzamen is hard gewerkt aan draagvlak in alle geledingen van de school. Zo worden het zorgteam en de remedial teachers op de hoogte gehouden van EDI en worden de onderwijsassistenten erbij betrokken. “Uit de literatuur blijkt dat het belangrijk is dat leraren en onderwijsassistenten bij EDI samen optrekken”, weet de schoolleider. “Onze onderwijsassistenten zijn dan ook zoveel mogelijk ín de klas aanwezig en kennen het lesdoel. Ze zijn echt meegegaan in de flow.”
Standvastige schoolleider
Ook al is Henk bescheiden over zijn eigen rol als schoolleider, zijn standvastige houding draagt eraan bij dat EDI een vaste, blijvende plek in de school krijgt. “We hebben gekozen voor EDI, omdat we het belangrijk vinden”, zegt hij duidelijk. “Dat betekent dus dat iedereen meedoet, er is geen keuzemogelijkheid. Maar iedereen wíl ook meedoen, want we zien allemaal dat EDI werkt.”
Zijn eigen rol is vooral faciliteren, vindt hij. “Ik zorg ervoor dat er uren beschikbaar zijn, dat leraren de rust en tijd krijgen om met EDI aan de slag te gaan en dat EDI wordt opgenomen in het schoolplan.”
Blije gezichten
Op de vraag wat er door EDI is veranderd in de school, kunnen de vier collega’s bijna niet stoppen met antwoorden. Ze vinden het grote winst dat in het team alle neuzen dezelfde kant op staan. De lessen zijn herkenbaar voor de leerlingen, en dat geeft rust. Door de techniek ‘controleren van begrip’ kunnen leraren bovendien beter differentiëren. Ook is het team bewuster bezig met het formuleren van scherpe, passende lesdoelen. De hulpschriften voor taal en rekenen – met daarin heldere stappenplannen voor leerlingen – werken daarnaast “fantastisch”, zegt Monique; ze geven de leerlingen steun en dragen bij aan de doorgaande lijn en het eigenaarschap van leerlingen.
Het is grote winst dat in het team alle neuzen dezelfde kant opstaan. De lessen zijn herkenbaar voor de leerlingen, en dat geeft rust
“De betrokkenheid van leerlingen is groter”, vat Dennis samen. “Als ik lesbezoeken doe, dan zie ik de leerlingen echt ‘aan’ staan. Bij sommige leerstof is er geen derde of vierde les meer nodig. De lessen worden sneller opgepikt, leerlingen hebben minder vragen. Ik zie meer blije gezichten!”