033 - 46 12 680 info@expertis.nl

Van methodeslaaf naar chef-kok

Hoe zet je lesmethodes effectief in? Praktische handreikingen voor leraren

Home » Nieuwsoverzicht » Hoe zet je lesmethodes effectief in?

Van methodeslaaf naar chef-kok

Hoe zet je lesmethodes effectief in? Praktische handreikingen voor leraren

Lesmethodes krijgen regelmatig negatieve media-aandacht. Volgens critici nemen methodes een te grote ruimte in binnen ons onderwijs. Leraren worden soms ‘methodeslaaf’ genoemd, wat impliceert dat ze methodes van A tot Z volgen en zelf geen keuzes maken in hun lesaanbod. Maar welke keuzes zijn er dan precies te maken en waar baseer je die op? In dit artikel geeft Florianne Bonhof van Expertis Onderwijsadviseurs leraren praktische handreikingen om effectief gebruik te maken van lesmethodes.

Door Florianne Bonhof 

Dowload whitepaper

Download hier het whitepaper ‘Van methodeslaaf naar chef-kok’ in PDF format.

Iemand die voor het eerst een methodehandleiding bekijkt, zou zich kunnen afvragen waar de lerarenopleiding voor nodig is. Vaak staat alles wat je als leraar moet doen letterlijk beschreven; een kind kan de was doen. Of toch niet?

Ik vergelijk de methodehandleiding weleens met een receptenboek voor gevorderden. Iedereen kan de recepten lezen, maar het bereiden van de gerechten vraagt meer. Je hebt achtergrondkennis, vaardigheden en ervaring nodig om van een complex recept te komen tot een geslaagd gerecht. Als een amateur en een chef-kok hetzelfde recept volgen, is er toch een verschil in uitkomst. Zo werkt het ook met lesmethodes: leraren kunnen dezelfde methode gebruiken, maar de lessen die ze geven kunnen enorm van elkaar verschillen.

Onderbouwde keuzes maken

Om tot een geslaagde methodeles te komen – waarin álle leerlingen leren – is het cruciaal dat je als leraar onderbouwde en doordachte keuzes kunt maken (Bouttaouane, 2023). Denk maar weer aan de chef-kok die aan de hand van recepten gerechten bereidt. Die weet heel goed wat er in een perfecte tiramisu moet zitten, dus welke recepten er daardoor afvallen. Het recept dat de chef kiest, is de leidraad voor de tiramisu. Het basisrecept zit echter in diens hoofd, dus het recept hoeft niet nauwgezet gevolgd te worden. Het dient ter inspiratie en als pad om eventueel op terug te vallen bij twijfel.

Het is het vak van de chef-kok om te bepalen welke delen van het recept wanneer aangepast moeten worden. Deze keuzes baseert de kok bijvoorbeeld op de behoeften van de gasten. Als de maaltijd voor kinderen bedoeld is, laat de chef de alcohol weg. Eten er zwangere vrouwen mee? Dan worden geen rauwe eiwitten gebruikt.

Op deze manier kun je als leraar ook met je methode omgaan. Als onderwijsadviseur merk ik vaak dat leraren het spannend vinden om op hun eigen expertise te vertrouwen bij het maken van keuzes. Er is bijvoorbeeld angst om te vertragen (krijg ik het boek dan wel uit voor de vakantie?) of om opdrachten weg te laten of te vervangen (leren de leerlingen dan wel genoeg?). Deze spanning is niet geheel onterecht, want het zomaar weglaten van lesonderdelen kan inderdaad leiden tot minder effectieve lessen. Het exact volgen van de methode echter net zo goed.

“Leraren vinden het vaak spannend om op hun eigen expertise te vertrouwen”

Ik schreef het al eerder: het vraagt veel kennis en vaardigheden van jou als leraar om goede keuzes te maken. Anders gezegd: wil je effectief lesgeven met behulp van lesmethodes, en methodes niet meer slaafs volgen, dan is het uitbreiden van je kennis en vaardigheden de basis (Kirschner et al., 2018). Graag help ik je daarbij op weg met vier belangrijke aandachtspunten:

“Je hebt achtergrondkennis en ervaring nodig om van een complex recept een geslaagd gerecht te maken. Zo werkt het ook met lesmethodes”

1. Het werkgeheugen is beperkt

Werkboeken van methodes bevatten vaak veel context en afbeeldingen. Die maken vaak dat de boekjes er aantrekkelijk uitzien, maar zijn niet altijd helpend. Rijke afbeeldingen en context leiden regelmatig af van de inhoud en staan daardoor het leren in de weg (Willingham, 2012). Hoe zit dat precies?

Als leerlingen iets nieuws leren, wordt hun werkgeheugen belast. Wanneer die belasting té groot wordt, spreken we van cognitieve overbelasting en wordt er niet meer geleerd. Uitgebreide context en afbeeldingen nemen ruimte in het werkgeheugen in en daardoor is er minder ruimte over voor de nieuw te leren lesstof. Als je leerlingen iets nieuws aanleert, is het essentieel om je bewust te zijn van de beperktheid van het werkgeheugen. Zorg ervoor dat hun werkgeheugen alleen belast wordt met dat wat leidt tot het behalen van het lesdoel (Willingham, 2021).

Het is overigens goed te verklaren waarom lesmethodes veel ‘franje’ bevatten. Methodemakers hebben naast onderwijsdoelstellingen namelijk ook commerciële belangen. Kortom: het leren van leerlingen is niet hun enige doel, methodemakers willen ook hun methode verkopen. Om die reden besteden ze veel aandacht aan de vorm en het uiterlijk van werkboeken. Wees je daarvan bewust én ga er kritisch mee om: wees selectief in wat je in jouw les aanbiedt!

“Afbeeldingen en context leiden regelmatig af van de inhoud en staan daardoor het leren in de weg”

2. Beheersing is leidend voor jouw les

Het is ten tweede belangrijk om je te realiseren dat methodemakers niet voor leerlingen kunnen inschatten hoeveel lesmomenten of oefenmateriaal ze nodig hebben om een bepaald lesdoel te behalen. Methodemakers gaan daarom uit van een gemiddelde dat waarschijnlijk niet van toepassing is op jouw klas. Voor het behalen van een lesdoel moet je als leraar soms meer of minder tijd en opgaven gebruiken dan de methode voorschrijft. Hiervoor kijk je naar de onderwijsbehoeften van jouw specifieke groep leerlingen (Peter & Simons, 2023).

Dat doe je onder andere door regelmatig het begrip te controleren (zie het kader hieronder). Heeft het grootste gedeelte van jouw groep het lesdoel na de instructie behaald? Dan kun je door met het volgende lesonderdeel. Is dat niet het geval? Dan ga je niet door en geef je opnieuw instructie, laat je leerlingen extra oefenen of geef je op een andere manier extra ondersteuning. Dit wordt ‘doelgericht’ of ‘beheersingsgericht leren’ genoemd. Pas als het grootste gedeelte van jouw groep (de didactische middenmoot) een doel beheerst, ga je verder in de leerstof. Beheersing is leidend (Bouttaouane, 2023).

Een voorbeeld: stel dat jouw methode aangeeft dat er drie lessen nodig zijn om de letter ‘p’ aan te leren of twee voor het vergelijken van gelijknamige breuken. Of dit in de praktijk bij jouw groep daadwerkelijk zo is, kan alleen jij als leraar beoordelen. Misschien vraagt jouw groep wel een les meer of minder of kan deze les helemaal nog niet worden gegeven, omdat de benodigde voorkennis bij veel leerlingen ontbreekt. Deze afwegingen en keuzes kan geen enkele methode voor je maken, hoe goed hij ook in elkaar steekt (Schmeier & Bootsma, 2018).

Controle van begrip: tips

Enkele tips voor het controleren van begrip (Hollingsworth & Ybarra, 2017/2020):

  • Stel ‘checkvragen’ tijdens je instructie. Laat leerlingen antwoorden op wisbordjes of geef willekeurige beurten.
  • Observeer welke aanpak leerlingen gebruiken als ze een opdracht maken.
  • Bied denktijd nadat je een vraag hebt gesteld, zodat alle leerlingen actief over het antwoord na kunnen denken.
  • Luister goed naar de antwoorden die leerlingen geven en controleer of er misschien veelvoorkomende misconcepties leven.
  • Laat de leerlingen altijd antwoord geven en vraag erop door. “Weet ik niet” is geen geldig antwoord. Probeer erachter te komen tot waar de leerling het wél snapt.
  • Schrijf de namen van leerlingen die opvallen (omdat ze het lesdoel al wel of juist niet beheersen) direct op, zodat je niet vergeet om ze op een later moment de passende ondersteuning of verdieping te bieden.

“Pas als het grootste deel van jouw groep de kennis of vaardigheid beheerst, ga je verder”

3. Het is cruciaal dat je jouw lessen plant en goed voorbereidt

Het plannen van je onderwijsaanbod en het voorbereiden van je lessen moet – buiten de lessen om – jouw eerste prioriteit hebben (Naaijkens & Bootsma, 2018). 

Waarom is dit zo belangrijk? Als je voor de klas staat, komt er veel tegelijkertijd op je af: leerlingen vragen iets, ze wiebelen op hun stoel, een collega komt iets vragen, er ontstaat een conflict tussen twee leerlingen, er moet een leerling naar de tandarts, enzovoort. Ondertussen is het cruciaal dat je de leiding houdt over je groep, de orde bewaakt én dat leerlingen de lesdoelen behalen. Als je zoveel ballen tegelijk in de lucht moet houden, is er geen ruimte om uitgebreid na te denken over de volgende stap in een les of over wat leerlingen wanneer nodig hebben. Als je van tevoren goed hebt nagedacht over je planning, lesinhoud, opbouw en didactiek, geeft dat je veel steun tijdens de les. Hierdoor kun je betere (ad hoc) beslissingen nemen.

Je onderwijsaanbod plannen
Het plannen van je onderwijsaanbod begint bij kennis over hoe de methodes waarmee je werkt zijn opgebouwd (Peters & Simons, 2023). Hoe vaak wordt er een nieuw doel aangeboden en wanneer worden deze doelen herhaald? Gaat het daarbij om aanbodsdoelen (omschrijvingen van de inhoud die je aanbiedt) of gaat het om beheersingsdoelen (omschrijvingen van dat wat leerlingen moeten kennen en/of kunnen)? Het is een grote klus om dit voor een heel schooljaar in beeld te brengen, daarom helpt het om dit per blok, thema of periode doen. Als je je onderwijs per blok, thema of periode voorbereidt, geeft dit je houvast en overzicht. Je weet waar je naartoe werkt met de leerlingen en wat hun beginsituatie is, en dat maakt dat je betere keuzes kunt maken tijdens je les.

Je les voorbereiden
Pas als je in grote lijnen de komende periode in beeld hebt, zoom je verder in op het niveau van de les. Jouw lesvoorbereiding begint met het formuleren van een helder en concreet geformuleerd lesdoel (Hollingsworth & Ybarra, 2017). Pas als je weet wat je leerlingen aan het eind van de les moeten beheersen, kun je nadenken over hoe de instructie en de verwerking eruit moeten zien en welke onderdelen van de methode je hier wel of niet voor inzet.

Veel leraren halen hun lesdoelen uit de lesmethodes. Dat gaat vaak goed; gelukkig zijn methodes gebaseerd op de kerndoelen en zit er in veel methodes een goed doordachte leerlijn die je als leraar uitstekend als uitgangspunt kunt gebruiken (je receptenboek). Hierin zit ook de kracht van het werken met methodes, want als je dit zelf moet bedenken is dat veel werk en heel complex. Curriculumontwikkeling is een vak apart (Meester, 2021). Er zijn ook niet veel chef-koks die helemaal zelfstandig een receptenboek schrijven.

“Gelukkig zit er in veel methodes een goed doordachte leerlijn die je uitstekend als uitgangspunt kunt gebruiken”

Toch is het belangrijk dat je ook in jouw lesvoorbereiding kritisch blijft nadenken. Ik schreef het al eerder: kijk steeds goed of je leerlingen de voorliggende doelen al beheersen, voordat je verder gaat met een nieuw lesdoel. Als je de methode volgt zonder na te gaan of de lesdoelen op dit moment daadwerkelijk aansluiten bij jouw groep, geef je bijna de hele onderwijsinhoud uit handen aan de methodemakers die jouw leerlingen nog nooit hebben ontmoet (Peter & Simons, 2023). Het is alsof je de chef-kok vraagt ‘Waarom voeg je opgeklopt eiwit toe?’ en die antwoordt ‘Omdat dit in het recept staat’. Jij als leraar bent de expert als het gaat om passende lesdoelen!

Het kan een uitdaging zijn om prioriteit te geven aan het plannen en voorbereiden van je lessen, want de werkdruk in het onderwijs is vaak hoog. Ik spreek veel leraren die na schooltijd vooral tijd kwijt zijn aan zaken die niet direct met de onderwijsinhoud (maar wel met hun klas) te maken hebben. Toch is het belangrijk dat je ook dan de juiste prioriteiten stelt voor jouw groep. Het geven van goed onderwijs is immers jouw kerntaak. Dat betekent dat ouders soms wat langer op een mail moeten wachten, dat er klassenassistentie nodig is voor praktische taken (zoals het klaarleggen van spullen en het invoeren van toetsresultaten) en dat er wellicht ander personeel of inzet van ouders nodig is voor het nadenken over de details van het paasontbijt en het onthaal van de Sint. Uiteraard heb je hier als leraar wel je schoolleider voor nodig. Die moet je hierin steunen en faciliteren.

“Als je je onderwijs per blok, thema of periode voorbereidt, geeft dit je houvast en overzicht”

4. De keuze voor een nieuwe lesmethode maak je weloverwogen

Als leraar heb je niet altijd invloed op welke lesmethode je gebruikt. Als scholen een methode hebben aangeschaft, werken ze er immers vaak jarenlang mee. Toch is het goed om te weten dat het effectief omgaan met de lesmethode begint met het kiezen van de juiste methode op schoolniveau. Overweegt jouw team een nieuwe lesmethode? Spreek dan met elkaar eens over de volgende punten:

  • De aantrekkelijkheid van de materialen en het gebruiksgemak staan (te) vaak centraal bij de keuze van een lesmethode (De Jong, 2023). Het is beter om te kijken welke methode aansluit bij het didactisch model/de visie/de praktische werkwijze van de school.
  • Het is daarnaast essentieel om na te gaan of een methode evidence informed (of wetenschappelijk onderbouwd) is. Uitgeverijen gebruiken ‘evidence informed’ steeds vaker als marketingterm, maar dat kan misleidend zijn. Niet alle onderzoeksresultaten worden op een juiste manier gebruikt of zijn in elke context van toepassing. Wees als schoolteam kritisch en zorg ervoor dat jullie voldoende op de hoogte zijn van de meest recente inzichten uit wetenschappelijk onderwijsonderzoek, want anders is het moeilijk om te beoordelen of bepaalde beweringen feitelijk juist zijn (Willingham, 2012). Het is dus belangrijk om als team vakdidactische kennis te vergaren voordat jullie definitief voor een lesmethode kiezen. Spreek bijvoorbeeld met collega’s af dat jullie relevante vakliteratuur (boek of artikel) lezen en plan momenten in om samen over de inhoud door te praten.
  • Wees je ervan bewust dat het kiezen van een nieuwe methode zelden de complete oplossing is voor het verhogen van de leeropbrengsten. De leraar is essentieel voor effectief onderwijs (Rosenshine, 2010). Dit laatste is dus goed nieuws als er op schoolniveau al een methode is gekozen waar je het als leraar op dit moment mee moet doen. Jij maakt het verschil!

“Kijk of de lesmethode aansluit bij jullie visie en didactisch model”

Conclusie

Dus; willen we af van onze lesmethodes? Zeker niet. Maar nemen ze te veel ruimte in ons onderwijs in? Regelmatig. Geen groep leerlingen is hetzelfde en daarom is het vakmanschap van jou als leraar zo van belang. Als jouw vakdidactische en vakinhoudelijke kennis up to date is, kun je zelf als leraar de regie over je lessen nemen. Zo kun je gebruikmaken van de input uit methodes, zonder deze slaafs te volgen. Zo word je een heuse chef-kok!

Tips

Wil jij lesmethodes zo effectief mogelijk inzetten? Hierbij – samengevat – mijn tips voor jou:

  • Houd tijdens je lessen rekening met het werkgeheugen van je leerlingen. Zorg ervoor dat dit niet vol raakt met zaken die er niet toe doen (zoals overbodige afbeeldingen en contexten in werkboeken).
  • Ken de onderwijsbehoeften van je leerlingen en speel daarop in. Ga uit van beheersingsleren: ga pas door met het volgende lesonderdeel als het merendeel van jouw leerlingen het vorige begrijpt.
  • Maak prioriteit van het plannen en voorbereiden van je lessen.
  • Zorg ervoor dat je kennis hebt van de (methode)leerlijn en bereid je lessen per blok of periode voor.
  • Maak onderbouwde keuzes tijdens je les(voorbereiding). Formuleer concrete lesdoelen en laat je instructie en de verwerking hierop aansluiten.
  • Kies een (nieuwe) methode op basis van de juiste criteria.

    Heb je een vraag of wil je sparren?

    Wil jij als chef-kok van jouw groep hulp bij het goed inzetten van de lesmethodes? Neem gerust contact met mij op, ik denk graag met je mee:
    telefoon 06 – 57 88 86 41,
    e-mail florianne.bonhof@expertis.nl.

    Meer lezen

    Meer weten over hoe Expertis jou kan ondersteunen bij het maken van goed onderbouwde keuzes in jouw lessen? Lees meer over onze dienstverlening op het gebied van didactisch handelen

    Wouter Siebers is onderwijsadviseur

    Literatuur

    • Bouttaouane, R. (2023). Benut het leerpotentieel van alle leerlingen: Over het effect van hoge verwachtingen in het onderwijs. Instondo.
    • De Jong, T. (Host). (2023, 29 mei). Hoe maak je een goede lesmethode? Met Erik Meester (Nr. 242). In Tjipcast. Tjip de Jong. Geraadpleegd op 5 februari 2024, van https://tjipcast.nl/lesgeven/hoe-maak-je-een-goede-lesmethode-met-erik-meester/
    • Hollingsworth, J. R., & Ybarra, S. E. (2017). Explicit Direct Instruction: The Power of the Well Crafted, Well-Taught Lesson. Dataworks Educational Research.
    • Hollingsworth, J. R, & Ybarra, S. E. (2020). Expliciete Directe Instructie 2.0. Tips en technieken voor een goede les (M. Schmeier, Nederlandstalige bew.). Pica. (Origineel werk gepubliceerd in 2017)
    • Kirschner. P. A., Claessens, L., & Raaijmakers, S. (2018). Op de schouders van reuzen: Inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie voor leerkrachten. Ten Brink Uitgevers.
    • Meester, E. (2021). Wetenswaardig: Curriculumontwikkeling voor primair onderwijs. Pica.
    • Naaijkens, E., & Bootsma, M. (2018). En wat als we nu weer eens gewoon gingen lesgeven? Een kwaliteitsaanpak voor scholen. Pica.
    • Peters, M., & Simons, N. (2023). Werk doelgericht met niveauverschillen. Instondo.
    • Rosenshine, B. (2010). Principles of instruction. International Bureau of Education.
    • Schmeier, M., & Bootsma, M. (2018). Door oefenen vaardig: Herhalen als leerstrategie. JSW, 102(9), 18-22.
    • Willingham, D. (2012). When can you trust the experts? How to tell good science from bad in education. Jossey-Bass.
    • Willingham, D. (2021). Why don’t students like school? Jossey-Bass.
    Share This