033 - 46 12 680 info@expertis.nl

50 minuten les? Dat is 48 ½ minuut leren

Home » Nieuwsoverzicht » 50 minuten les? Dat is 48 ½ minuut leren.

50 minuten les? Dat is 48 ½ minuut leren.

‘Staat jullie telefoon uit?’, vraagt Gert Verbrugghen, docent Engels en vertaler van het boek Regie in de klas, als we de lerarenkamer verlaten. Samen met mijn collega Michel Freriks ben ik, Wouter Siebers, op bezoek bij het Alfrinkcollege in Deurne, de school die faam maakt met een duidelijke en sterke gedragsaanpak. De slogan maakt direct duidelijk waar het op staat: Kennis vergroot je wereld. Uit 50 minuten les weet de school 48,5 minuut effectieve leertijd te halen. Een inkijkje in deze krachtige aanpak van onderwijs.

Nadat we de lerarenkamer hebben verlaten, volgen we een duidelijke route door het trappenhuis. We weten aan welke kant we moeten lopen en krijgen een visuele herinnering om te fluisteren op de gang. Een paar minuten later komen de leerlingen door dezelfde deur. Ze lopen fluisterend door gang, maken een rij voor het lokaal en worden door de docent uitgenodigd om direct bij binnenkomst aan het werk te gaan.

Het is een duidelijk ingesleten routine, de brugklasleerlingen pakken hun schrift en pen en gaan aan de slag met een fikse vertaalopdracht op het bord. De docent geeft drie leerlingen een merit (daarover later meer, noem het voor nu een compliment) en benoemt wat ze goed doen. Twee leerlingen komen één minuut te laat de les binnen. De docent vraagt kort naar de reden en maakt ook hier een notitie van.

Het is vrijdagmiddag twee uur, twee weken voor de zomervakantie. En toch: het is stil in de klas en leerlingen vertalen in diepe concentratie de Nederlandse tekst op het bord in (bijna) foutloos Engels. Na een kwartier vertelt de docent dat ze overgaan tot het nakijken van het gemaakte werk. Ze vraagt waarom het belangrijk is om goed na te kijken. De leerlingen wisselen dit vijf seconden met elkaar uit en koppelen dit terug. In de resterende 35 minuten volgt een aaneenschakeling van effectieve didactiek: hoog tempo, voortdurende controle van begrip, directe feedback en een grote afwisseling in didactische werkvormen. De verwachtingen zijn hoog. Leerlingen weten wat er van ze wordt verwacht. Ze durven fouten te maken, weten dat ze ieder moment een beurt kunnen krijgen en worden verantwoordelijk gemaakt voor het eigen leren. Er is geen orde verstorend gedrag en ongewenst gedrag wordt, als het nog klein is, vriendelijk maar effectief begrensd.

 

Focus op gedrag en leren

Het zijn de kraakheldere gedragsroutines en -verwachtingen die maken dat er van de 50 minuten les 48 ½ effectief worden besteed. Na afloop van de les vertelt Gert Verbrugghen dat de Alfrinkschool drie jaar geleden is gestart met deze koerswijziging. Het levert ze veel lof maar soms ook kritiek op. Is dit systeem wel prettig voor leerlingen? Voelt het niet als een keurslijf?

‘We willen leerlingen laten voelen dat we zo duidelijk zijn omdat we om ze geven, omdat we geven om hun ontwikkeling.’ Het systeem helpt om de rust, veiligheid en structuur in de school te vergroten. Binnen die veiligheid kunnen leerlingen zich optimaal ontplooien. Het lukt leerlingen daardoor veel kennis op te doen. De koerswijziging zit namelijk niet alleen op gedrag: kennisoverdracht is een cruciaal element in het onderwijs. Geen methode bij het vak Engels, maar samen rijke en betekenisvolle teksten lezen over Shakespeare of de Egyptenaren. De leerresultaten zijn zichtbaar verbeterd. Verbrugghen: ‘Een tekst die derdejaars nu met veel gemak lezen zijn teksten waar onze vierdejaars leerlingen (uit het ‘oude systeem’) vaak nog moeite mee hebben’. Wat is er nog meer veranderd? Geen toetsen om het toetsen, maar formatief in kaart brengen waar leerlingen staan. Drie keer per jaar volgt er een toetsmoment. Terwijl sommige andere scholen op het moment van schrijven al zijn overgegaan op lesvrije weken of het kijken van een film tijdens de les, moet op het Alfrinkcollege de toetsweek nog volgen en herhalen de leerlingen op dit moment volop de eerder verworven kennis.

Nog even terug naar de Engelse les: de leraar heeft inmiddels twaalf opdrachten op het bord gezet waarbij ze de leerlingen per opdracht vraagt om een antwoord op het wisbordje te noteren en daarna in vijf seconden aan de ander uit te leggen hoe ze tot het antwoord gekomen zijn. Hoe het komt dat deze leerlingen op de vrijdagmiddag zoveel focus hebben? Er is weinig afleiding in het lokaal, maar het belangrijkste: er zijn geen mobiele telefoons in de school. Van niemand. Het is een ongekende luxe en oase van rust. We vragen ons (uiteraard in stilte) af hoe het kan dat deze aandachtsversnipperaars op andere scholen nog wel getolereerd worden.

Visuele ondersteuning bij verwachtingen

“Er is geen orde verstorend gedrag en ongewenst gedrag wordt, als het nog klein is, vriendelijk maar effectief begrensd.”

Merits en demerits

Hoe krijgt het Alfrinkcollege dit voor elkaar? Leerlingen laten hun telefoon immers niet vanzelf in hun kluisje. Leerlingen zijn ook niet altijd bereid om naar een leraar te luisteren. Daar helpt het systeem van merits (beloningen) en demerits (straf) bij. In zijn verhaal vol onderwijspassie benadrukt Verbrugghen het belang van de voorspelbaarheid van demerits en de onvoorspelbaarheid van merits. ‘Je wilt dat leerlingen snappen waarom ze een demerit krijgen en verrast zijn door een merit.’ Het systeem dat achter deze filosofie zit wordt Classcharts genoemd. Een systeem waarvan we ons afvragen waarom het Alfrinkcollege de enige Nederlandse VO-school is die het op dit moment gebruikt.

 

Het helpt gedrag te analyseren op leerling- en schoolniveau. Het geeft de leerling en ouder inzicht in wat goed gaat en in wat beter kan of moet. Docenten zien de verhouding tussen merits en demerits en kunnen nauwkeurig bekijken waar in de school gewenst of ongewenst gedrag zichtbaar is. Ondertussen kopen leerlingen een pen of, bij langer sparen, een uitje van hun merits. Wat derdejaarsleerlingen dan doen? Ze vegen al hun merits bij elkaar en geven het uit aan een excursie aan het museum van Oudheden in Leiden.

Architectuur

Terwijl leerlingen en ouders vooral de uitwerking van de gedragsverwachtingen zien, zit er een wereld van uitgekiend denkwerk en een knap staaltje architectuur achter verscholen. Zo benoemt Verbrugghen de cruciale rol van leiderschap, het belang van een goede focus (en daar vooral niet van afwijken) en het doorzettingsvermogen en de lange adem van een team. Dat is essentieel om dit met elkaar te bereiken. Over alles is nagedacht: elke situatie in de school is doordacht, de vraag: ‘Wat als…’ wordt eenduidig beantwoord én het antwoord is voor elke leerling voorspelbaar. Dat geeft rust, heel veel rust.

Tom Bennett beschrijft het belang daarvan goed in zijn boek Running the Room (Regie in de klas). Leerlingen houden van een omgeving waarin ze weten:

  1. Waar ze staan
  2. Wat van hen wordt verwacht
  3. Wat ze wel en niet moeten doen

Dát is precies wat we voor onze ogen zien gebeuren. De duidelijkheid zorgt voor veiligheid en vertrouwen: de ideale omgeving om tot leren te komen. En, zo schrijft Bennett: ‘Goede relaties worden gebouwd uit structuur en hoge verwachtingen.’ Laat dat nu vaak het punt zijn waarop dergelijke schoolsystemen kritiek krijgen: allemaal leuk en aardig, maar voelt de leerling zich hier wel prettig bij? Ook hier krijgt Bennett gelijk: de leraar waar wij op bezoek zijn benut de rust en duidelijkheid om korte momenten van warme interactie met leerlingen aan te gaan. Een grapje, knipoog, compliment, tempo even verlagen als er onrust bij een leerling ontstaat, het uitspreken van een hoge verwachting: het kan omdat er verder geen strijd om de orde plaatsvindt, omdat leerlingen geen grenzen zoeken maar weten waar ze aan toe zijn.

Is deze werkwijze dan het recept voor voorbeeldig leerlinggedrag?

Verbrugghen vertelt dat er die dag 30 van de 600 leerlingen om uiteenlopende redenen na moeten blijven, het gevolg van demerits. Voor iedereen is kraakhelder waarom: voor de docent, voor de ouder, voor de leerling. Ook dat hoort bij leren, daarom is de demerit nooit persoonlijk op de leerling gericht maar gaat deze altijd over het gedrag. De voorspelbaarheid maakt dat bij verre weg de meeste leerlingen snel helder is wat er wordt verwacht en demerits zelden meer nodig zijn.

Een onnodig lerarentekort

Tijdens het schrijven van dit blog stuurt Minister Wiersma een tweet de wereld in met de titel De klas naar huis omdat er geen leraar is – alles uit de kast om dat op te lossen. Welke oplossing hij niet geeft? Leraren helpen met effectief klassenmanagement en ze laten werken in een krachtige en vooral steunende schoolcultuur. Laten dat nu net redenen zijn waardoor veel leraren het onderwijs (snel) verlaten. Ook Verbrugghen vertelt open en eerlijk: ‘Tijdens mijn eerste baan miste ik die ondersteuning volledig. Mijn eerste leidinggevende gaf mij nog één keer een tijdelijk contract maar gaf aan er geen hoge verwachtingen van te hebben. Ik had het onderwijs bijna verlaten.’ Het maakt eens te meer duidelijk: regie in de klas en in de school is van groot belang voor het leren van onze leerlingen én leraren. Of, om nog één keer met de woorden van Tom Bennett te spreken: ‘Bijna iedereen kan een goede leraar worden als hij of zij goed getraind wordt. Maar je moet wel getraind worden!

Tom Bennett schreef voor schoolleiders het rapport Creating a culture – How school leaders can optimise behaviour. Zeer lezenswaardig.

Gert Verbrugghen blogt en is te vinden op twitter.

Meld u aan voor de nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en schoolverbetering.

Meer weten?

Wouter Siebers is onderwijsadviseur bij Expertis. Wilt u aan de slag met dit thema? Neem dan contact op via wouter.siebers@expertis.nl.

Wouter Siebers is onderwijsadviseur
Share This