Identiteitsbewijs voor jouw school

Wat zijn jullie belangrijkste drijfveren? Waarom bestaat deze school/dit bestuur en waarom werk je daar? Bij het ontwikkelen van het identiteitsbewijs met jouw school of bestuur gaan we op zoek naar de kern van de organisatie. Op basis daarvan ontwikkelen we een identiteitsbewijs voor jouw basisschool. Dit identiteitsbewijs geeft het DNA van de school weer. Dit identiteitsbewijs kan op elk niveau van de organisatie en bij iedere ontwikkeling die in gang wordt gezet een inspiratiebron zijn en voor afstemming zorgen. Het identiteitsbewijs zorgt voor draagvlak en betrokkenheid: ‘Hier staat onze school voor, en zo gaan wij het doen!’

Schoolplan als basis voor duurzame onderwijsontwikkeling

Een schoolplan of verbeterplan dat gebaseerd is op de intrinsieke motivatie van de medewerkers, heeft de grootste kans van slagen. Duurzame schoolontwikkeling begint bij het creëren van een positieve en uitnodigende sfeer die mensen inspireert en motiveert om actief deel te nemen aan verandering.  Het traject start daarom bij de individuele drijfveren en overtuigingen, om vervolgens gemeenschappelijke drijfveren en overtuigingen in kaart te brengen. Dit is wat medewerkers bindt, wat hen tot een team maakt en wat hen inspireert.

In de beknoptheid schuilt de kracht, het identiteitsbewijs, het ID van uw organisatie is een beknopte weergave van de missie en visie.  Het identiteitsbewijs zorgt voor draagvlak en betrokkenheid: ‘Hier staat onze school voor, en zo gaan wij het doen!’

Een identiteitsbewijs ontwikkelen voor jouw school

Het identiteitsbewijs is een handig instrument voor verdere schoolontwikkeling: een identiteitsbewijs op één pagina. Hierin beantwoordt u samen de volgende vragen:

• Waar staan we echt voor?
• Hoe kijken we naar onze leerlingen en ouders?
• Wat beloven we onze leerlingen en ouders?
• Hoe maken we onze beloften waar?
• Waar mag men ons op aanspreken?
• Hoe willen we dat leerlingen onze school verlaten?

In twee bijeenkomsten van drie uur buigen teamleden zich op een actieve manier over de zes vragen. Door het gebruik van coöperatieve werkvormen heeft ieder een aandeel en wordt er een open dialoog gevoerd met elkaar. Dit gebeurt in wisselende samenstelling van groepen.

Meer informatie?
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Brigitta Mathijssen.