Inzet onderwijsassistenten: een gouden greep?
Een blik op de wetenschap: inzet onderwijsassistenten kan effectiever
Onderzoek laat zien dat de inzet van onderwijsassistenten regelmatig resulteert in slechtere leerresultaten. Gelukkig leert de wetenschap ons ook hoe het beter kan. Hoe zorg je voor een onderbouwde én effectieve inzet van onderwijsassistenten? Michel Freriks, onderwijsadviseur bij Expertis, legt uit hoe de inzet van onderwijsassistenten wél een gouden greep kan vormen in het verbeteren van het onderwijs.
‘De inzet van onderwijsassistenten wint aan populariteit in Nederlandse scholen. Veel scholen zetten de beschikbaar gestelde NPO-middelen in voor uitbreiding van het team met onderwijsassistenten en het lerarentekort zorgt ervoor dat scholen een beroep op hen doen. Ook onderwijsvernieuwingen, zoals unitonderwijs met leerpleinen, dragen bij aan het aannemen van nieuwe onderwijsassistenten. Soms wordt gedacht dat de inzet van onderwijsassistenten automatisch bijdraagt aan beter onderwijs. Terwijl wetenschappelijk onderzoek ons leert dat het op dit moment in veel gevallen juist resulteert in een verslechtering van leerresultaten. Je ziet bijvoorbeeld dat laagpresterende leerlingen zich nog afhankelijker gaan opstellen’, vertelt Freriks. ‘En dat is zonde. Onderwijsassistenten kunnen een cruciale rol spelen in het verbeteren van onderwijs, mits de school hen effectief en onderbouwd inzet. Wel is het zo dat onderwijsassistenten zorgen voor een vermindering van de werkdruk die leraren ervaren. Klassen vertonen minder ordeverstorend gedrag en er is meer effectieve lestijd. Kortom: een gedegen inzet van onderwijsassistenten levert het schoolteam én de leerlingen veel winst op. Het kan een gouden greep vormen in het verbeteren van het onderwijs.’
‘De leerlingen die minder goed presteren en ondersteuning van een onderwijsassistent krijgen buiten de klas, missen interacties met klasgenoten, klassikale instructies en tijd met hun leraar.’
De onderwijsassistent anno nu
Sinds 2004 zijn 40.000 studenten afgestudeerd aan de opleiding tot onderwijsassistent. Van alle afgestudeerden heeft 83 procent betaald werk, waarvan 27 procent werkzaam is in het primair onderwijs. (Driessen, D., Kurver, B. (2018)). ‘Een onderwijsassistent is zoveel meer dan een extra paar handjes. Ik zie nu dat onderwijsassistenten veelal niet-doordacht worden ingezet. Onderwijsassistenten houden zich in veel scholen vooral bezig met leerlingen die cognitief of gedragsmatig meer van de leraar vragen. Terwijl deze leerlingen juist de instructie en begeleiding van de leraar voor de klas zo hard nodig hebben. Ook worden onderwijsassistenten niet goed begeleid in het juist inzetten van didactisch gereedschap. Daarbij nemen zij al gauw het leren over van de leerling, waardoor leerlingen minder uitgedaagd worden zelf goed na te denken.’
Aanbevelingen binnen de klas
‘Zowel in de klas als buiten de klas zijn er verschillende zaken die bijdragen aan een optimale inzet van deze onderwijsprofessionals. Een nauwe samenwerking tussen de leraar en de onderwijsassistent werpt haar vruchten af. Het lijkt misschien lastig hier tijd voor te creëren, maar met een kwartier lesvoorbereiding en afstemming over begeleiding per dag kom je al heel ver. Daarmee borg je dat onderwijsassistenten flexibel en op basis van de huidige behoefte worden ingezet. Bespreek met hen de komende lessen en bijbehorende lesdoelen en betrek hen daar actief bij. Zo stimuleer je dat een onderwijsassistent actief met een lesdoel en leerdoelen aan de slag gaat. Dat kwartiertje levert onder aan de streep veel meer effectieve tijd op. Het maakt het mogelijk dat onderwijsassistenten meer kunnen focussen op het leervaardig maken van leerlingen. Zo kunnen zij leerlingen helpen leiding te nemen over het eigen leren. Dat is effectiever dan wanneer hij of zij het leren van leerlingen overneemt door bijvoorbeeld sommen voor te doen.’
‘De onderwijsassistent vult idealiter aan op dat wat de leraar voor de klas doet, in plaats van het vervangen van de leraar. Neem bijvoorbeeld leerlingen die worstelen met de leerstof. In plaats van hen uit de klas te plaatsen voor extra begeleiding door de onderwijsassistent, zou het effectiever zijn als de onderwijsassistent in de klas een groep leerlingen begeleidt die zelfstandig aan het werk zijn. Zo heeft de leraar meer tijd en aandacht om onderwijs te geven aan de groep leerlingen die het zo hard nodig heeft.’
Freriks vervolgt: ‘Hierbij is het belangrijk dat de kwaliteit van interactie tussen onderwijsassistenten en leerlingen hoog is. Uit onderzoek weten we dat onderwijsassistenten vaker gesloten vragen stellen, makkelijker het leren overnemen (geen denktijd bieden, veel cues en hints geven) en stimuleren een taak af te maken in plaats van richten op leren en begrip.’
‘Een leerling die worstelt met de leerstof, zou niet minder tijd met de leraar moeten krijgen, maar juist meer.’
Tips: vermijd…. En moedig aan!
Vermijd | Moedig aan |
Volbrengen van een leertaak belangrijk maken Niet genoeg denktijd bieden Woordelijk herhalen wat de leerkracht al heeft gezegd Veel gesloten, simpele vragen gebruiken Teveel helpen en ‘spoon-feeding’. |
Werken aan gevoel van competentie bij leerlingen Juiste hoeveelheid ondersteuning op het juiste moment Leerlingen verantwoordelijk houden voor hun leren Veel open vragen stellen Leerlingen in eerste instantie weinig scaffolding bieden. |
Bron: Sharples et al. (2015)
Aanbevelingen buiten de klas
Freriks vervolgt: ‘Met stip op één staat het belang van blijven investeren in de professionalisering van de onderwijsassistent. Ik zie deze professionalisering doorgaans te weinig gestimuleerd en gefaciliteerd worden in scholen. Terwijl het van groot belang is dat onderwijsassistenten gebruik kunnen maken van bewezen effectieve interventies en dat zij deze op de juiste manier en gestructureerd inzetten bij leerlingen met een speciale leerbehoefte. Daarmee borg je dat zowel binnen als buiten de klas de inzet van onderwijsassistenten daadwerkelijk positief bijdraagt aan het onderwijs. Wanneer interventies bewezen effectief zijn én op de juiste manier worden ingezet, dragen ze bij aan beter onderwijs. Pas als dat het geval is, is het zinvol om kleine groepjes leerlingen of individuele leerlingen buiten de klas te nemen. Als dit niet geborgd is, heeft de inzet van onderwijsassistenten buiten de klas soms zelfs een omgekeerd effect.’
‘Wanneer onderwijsassistenten met kleine groepjes leerlingen aan effectieve interventies werken, laat dit de grootste positieve effecten zien. Een leerwinst van 3 tot 4 maanden!’
De rol van de schoolleiding
De inzet van onderwijsassistenten verdient structurele aandacht binnen het managementteam van een school. Alles valt of staat bij een duidelijke visie vanuit de schoolleiding over de inzet van deze onderwijsprofessionals. Voorkom dat de onderwijsassistent wordt ingezet als extra paar handjes, maar werk aan een onderbouwd en doordacht plan waarmee zij een gouden greep voor het onderwijs vormen. Het begint hierin bij een duidelijke analyse van de huidige situatie in de school, het formuleren van een heldere functieomschrijving en het maken van bijvoorbeeld een kwaliteitskaart. De schoolleiding dient professionele ontwikkeling van onderwijsassistenten hoog in het vaandel te hebben, zowel didactisch/onderwijskundig als het specifiek eigen maken van de bewezen effectieve interventies die zij kunnen inzetten. Stimuleer en faciliteer als schoolleiding ook tijd en ruimte voor professioneel overleg tussen leraren en onderwijsassistenten. Dat is van essentieel belang om elkaar echt aan te vullen, in plaats van louter te vervangen.’
Freriks: ‘Iedere school is anders, iedere leerlingpopulatie is anders. Dat wat de wetenschap ons leert, zijn slechts uitganspunten die scholen kunnen gebruiken om de inzet van onderwijsassistenten kritisch onder de loep te nemen en te optimaliseren. Er is geen ‘one size fits all’ aanpak. Of, zoals Dylan Wiliam zegt: ‘Alles werkt ergens, en niets werkt overal.’ Bovendien is dit vaak een precair proces. Terwijl de inzet van onderwijsassistenten vanuit een samenwerkend karakter tussen leerkrachten, assistenten en schoolleiders juist zinvol en uitdagend kan zijn voor alle betrokkenen.’
‘Het zou maar zo kunnen dat een onderwijsassistent vanuit goede bedoelingen iets doet wat onbewust averechts werkt. Daar kun je beter de vinger op leggen.’
Meer informatie?
Wil je de inzet van onderwijsassistenten bij jou op school optimaliseren of werken aan bewezen effectieve interventies? Michel Freriks is onderwijsadviseur bij Expertis en denkt hierover graag met je mee. Neem vrijblijvend contact met hem op via 06 – 49 35 56 92 of per e-mail.
Literatuur
Driessen, D., Kurver, B. (2018). Onderzoeksrapport onderwijsassistenten. ReserachNed. Geraadpleegd via http://www.researchned.nl/wp-content/uploads/2019/01/Onderzoeksrapport-onderwijsassistenten.pdf
Kennisrotonde. (2019). Hoe kunnen de kwaliteiten van onderwijsassistenten effectief worden benut in het basisonderwijs? (KR. 513) Den Haag: Kennisrotonde. Geraadpleegd via https://www.kennisrotonde.nl/sites/kennisrotonde/files/migrate/513-antwoord-onderwijsassistenten.pdf
Sharples, Jonathan and Webster, Rob and Blatchford, Peter, Education Endowment Foundation, corp creator. (2015) Making Best Use of Teaching Assistants: Guidance Report. Education Endowment Foundation. Geraadpleegd via https://educationendowmentfoundation.org.uk/education-evidence/guidance-reports/teaching-assistants