033 - 46 12 680 info@expertis.nl

Hoe vangen we gevluchte kinderen uit Oekraïne op in het Nederlandse onderwijs?

Home » Nieuwsoverzicht » Hoe vangen we gevluchte kinderen uit Oekraïne op in het Nederlandse onderwijs?

Hoe vangen we gevluchte kinderen uit Oekraïne op in het Nederlandse onderwijs?

Vier onderwijsbestuurders over hun visie, aanpak en dilemma’s

Het onderwijs bereidt zich voor op de komst van een grote groep vluchtelingen uit Oekraïne. De eerste groepen vluchtelingen zijn aangekomen en we verwachten dat zich de komende tijd veel meer ontheemde families melden in Nederland. Onder hen ook kinderen die recht hebben op onderwijs. Dit is een grote opgave voor zowel overheden als Nederlandse scholen. Hoe bereiden scholen zich voor op de komst van deze kinderen? Expertis Onderwijsadviseurs sprak met vier onderwijsbestuurders over de vragen waarvoor zij zich geplaatst zien. Een gesprek over samen optrekken, onzekerheden, de inzet van taalklassen en hulp uit onverwachte hoek.   

Aan het woord

Gert van der Rhee

Voorzitter college van bestuur – Stichting hervormde scholen en kinderopvang De Drieslag. De Drieslag telt 11 locaties in de gemeenten Barneveld, Ede en Hoevelaken. De Drieslag biedt onderwijs en kinderopvang aan kinderen van 0-12 jaar.

Martijn van Elteren

Voorzitter college van bestuur – Stichting Katholiek Onderwijs Soest (SKOSS). SKOSS telt zes scholen in de gemeenten Soest en Soesterberg.

Hannelore Bruggeman

Voorzitter college van bestuur – Openbare scholengroep Veluwezoom. Scholengroep Veluwezoom telt 11 locaties in de gemeenten Rheden en Rozendaal.

Harry van Alphen

Voorzitter college van bestuur Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden (SCOL). SCOL telt 2 voortgezet onderwijs-scholen (7 vestigingen) en 16 rooms-katholieke en protestant-christelijke bassischolen in gemeenten Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude.

Dat de situatie in Oekraïne schrijnend is, staat buiten kijf. De situatie raakt ons allemaal. Bij drie van de vier scholengroepen die wij spreken, hebben zich al Oekraïense vluchtelingenkinderen gemeld. “In zo’n situatie gaat het in eerste instantie niet zozeer om een concreet plan, maar om een warm en open hart waarmee we deze kinderen ontvangen”, vertelt Gert van der Rhee (De Drieslag). De besturen van de scholen werken samen met gemeenten en andere scholengroepen in de regio op dit onderwerp. Martijn van Elteren (SKOSS) licht toe: “We werken bovenbestuurlijk samen, in verschillende lagen. Het verzorgen van onderwijs aan deze kinderen is daar één van. Daarnaast kijken we naar opgelopen trauma’s: Hoe zijn deze kinderen eraan toe? En tot slot werken we samen met gemeenten aan een concrete aanpak voor de begeleiding van het hele gezin. Denk hierbij aan de inzet van psychologen en jeugdteams. Vanuit verschillende lagen moeten we de juiste mensen en expertises betrekken. Van tolken tot het faciliteren van ruimte, er is veel nodig.” Ook de andere scholengroepen verwijzen naar intensieve samenwerking met andere partijen. Hannelore Bruggeman (Veluwezoom) vult aan: “Naast de rol van de scholen, is er ook een belangrijke rol voor gemeenten weggelegd. Zij zijn hierin niet enkel toeschouwer, maar ook facilitator op fysiek én financieel gebied”.  

“Vanuit verschillende lagen moeten we de juiste mensen en expertises betrekken. Van tolken tot aan het faciliteren van ruimte, er is veel nodig.”

– Martijn van Elteren (SKOSS)

“In deze situatie gaat het in eerste instantie niet zozeer om een concreet plan, maar om een warm en open hart waarmee we deze kinderen ontvangen.”

– Gert van der Rhee (De Drieslag)

Vraaggestuurd aanbod

De huidige situatie kent veel onzekerheden. “Niemand weet hoe lang deze vluchtelingen zullen blijven. We gaan er op dit moment vanuit dat zij liefst zo snel mogelijk weer terug willen naar Oekraïne”, aldus Harry van Alphen (SCOL). “Het Nederlandse onderwijssysteem is anders ingericht dan zij gewend zijn. Dat moeten we niet onderschatten. Daarom kan snelheid in het zoeken naar de beste aanpak – ook al wordt dit vanuit de beste bedoelingen gedaan – soms verkeerd uitpakken. Juist als we weten dat deze mensen terug willen naar hun eigen land, moeten wij hen niet verwarren met een onderwijssyssteem dat voor hen nietszeggend is. We moeten voorkomen dat de vluchtelingenkinderen en hun gezinnen nog verder ontheemd raken, maar hen juist helpen zich veilig en vertrouwd te voelen in deze nieuwe situatie. We moeten niet té snel van stapel lopen. Ik zeg dit niet om het proces te vertragen, maar ik pleit ervoor dat we zorgvuldig afstemmen op de behoeften van deze groep mensen, en ons aanbod passend maken op wat zij nodig hebben. Zo zijn wij in gesprek met de Oekraïense gemeenschap in Leiden om te verkennen wat hun ideeën zijn. Zo werken we naar een vraaggestuurd aanbod, in zowel het primair als het voortgezet onderwijs.”

Kinderen in de klas

Wel of geen taalklas?

In de gesprekken die binnen besturen worden gevoerd, komt de inzet van taalklassen veelvuldig aan de orde. Dit onderwerp is lastiger dan op het eerste gezicht lijkt. Bruggeman oriënteert zich op de inzet van deze klassen. Zij licht toe: “In deze situatie is nog veel onbekend. We weten niet waar de toekomst van deze kinderen komt te liggen. Blijven zij in Nederland, of gaan zij terug naar Oekraïne? Daarom willen we beide wegen openhouden. We willen de kinderen vooral ook het gevoel geven dat zij een eigen leven op kunnen bouwen in Nederland. Dat zij hier kunnen werken aan hun toekomst. De focus ligt ook op het je thuis voelen in onze samenleving. Taalklassen spelen hierin naar ons idee een belangrijke en tevens tijdelijke rol. Zo willen we iedere drie maanden bekijken of een leerling al dan niet gedeeltelijk door kan stromen naar een reguliere klas.” Van Elteren licht het belang van het internationale aspect hierin toe: “Wat willen wij deze leerlingen meegeven? Als je met die bril naar het aanbod kijkt, zou ik ervoor pleiten om internationaal onderwijs te geven. Misschien wel een internationaal tweetalig (Engels – Oekraïens) curriculum?”

 

“We weten niet waar de toekomst van deze kinderen komt te liggen. Blijven zij in Nederland of gaan ze terug naar Oekraïne? Daarom willen we beide wegen openhouden.”

– Hannelore Bruggeman (Openbare scholengroep Veluwezoom)

Oekraïense leraren

Het lerarentekort maakt het vraagstuk extra complex. Want ondanks dat de kinderen met open armen worden ontvangen, blijft de praktische invulling ronduit uitdagend. Bestuurders zijn het dan ook unaniem eens: zodra deze vluchtelingen zijn gesetteld en tot rust zijn gekomen, hopen zij dat er onder hen Oekraïense leraren zijn die in Nederland van betekenis willen zijn. “Het is belangrijk te beseffen: we doen dit niet alleen vóór hen, we doen dit echt samen. Samen met andere betrokken partijen, maar ook sámen met de vluchtelingen”, aldus Van Elteren. “En deze mix zou versterkend kunnen werken”, vult Bruggeman aan. “Op deze manier borgen we ook dat bijvoorbeeld de taalontwikkeling van deze Oekraïense kinderen doorgang kan vinden.”

 “We hebben een aanbod gekregen van de Russische school in Leiden. Zij willen zich heel graag inzetten, ook om een tegengeluid tegen deze oorlog te laten horen. Dat is solidariteit ten top.”

– Harry van Alphen (SCOL)

Hulp uit alle hoeken

Opvallend is dat de scholenkoepels hulp uit verschillende, soms onverwachte hoeken ontvangen. “Het is hartverwarmend om te merken dat we vanuit alle kanten van de samenleving hulp aangeboden krijgen. Er melden zich niet alleen mensen bij ons die Oekraïens of Russisch spreken, ook hebben wij een prachtig aanbod gekregen van de Russische school in Leiden. Zij willen zich heel graag inzetten, ook om een tegengeluid tegen deze oorlog te geven. Stel je voor dat we deze kinderen in goed afgestemde klassen zouden kunnen opvangen en dat de Russische school dit voor hen zouden willen doen… Dat is solidariteit ten top”, aldus Van Alphen.

Onderwijs op afstand

De situatie vraagt om open te staan voor nieuwe initiatieven en ontwikkelingen. Van der Rhee licht toe: “Er zijn meer ontwikkelingen waar het Nederlandse onderwijs op aan zou moeten sluiten. Zo zijn er Oekraïense scholen die werken aan het inrichten van afstandsonderwijs vanuit Oekraïne. Dit zouden we op de voet moeten volgen. Stel dat we sámen met deze Oekraïense scholen tot een soort hybride model kunnen komen? Een model waarin we het Oekraïense afstandsonderwijs aanvullen met het aanbod van Nederlandse scholen en gemeenten? Zo’n geïntegreerd aanbod zou erg kansrijk zijn, in een situatie waarin iedere kans benut moet worden.”

De kracht van verbinding

Kortom: in een tijd waarin veel onzeker is, is er ook een aantal belangrijke gemeenschappelijke delers. “Ik denk dat we allemaal unaniem voelen: ik weet nog niet hóe, maar ik wil wel. Dat is de kracht van onze samenleving. De kracht van het Nederlandse onderwijs. We gaan ervoor, hoe dan ook. Dus laten we niet in problemen denken, maar kijken naar wat er wél kan”, spreekt Van der Rhee uit. Van Elteren vult aan: “We zoeken verbinding. Die verbinding is de sleutel om tot een succesvolle aanpak te komen.” Hij vervolgt: “We leven in een wereld die van ons allemaal is. Het stopt niet bij een grens. Heel Nederland springt nu in de bres voor de vluchtelingen uit Oekraïne, maar laten we geen onderscheid maken. Er zijn ook vluchtelingen uit andere landen die onze hulp ook nodig hebben. Als onderwijsbestuurders hebben we een brede verantwoordelijkheid. Laten we die nemen. Niet alleen met woorden, maar ook met daden.”

Expertis Onderwijsadviseurs sprak voor dit artikel met vier onderwijsbestuurders over de vragen waarvoor zij zich geplaatst zien. Door hun visie, aanpak en dilemma’s te delen, hopen we waardevolle informatie te bieden aan collega-bestuurders in Nederland die aan ditzelfde vraagstuk werken.

Share This