‘Het gaat niet om onderwijsvernieuwing maar om onderwijsverbetering’
Van nieuwe trends naar gefundeerde interventies
Door: Tony van Dalen
Nederland is kampioen onderwijsvernieuwing. Volgens de Staat van het Onderwijs 2019 is het aantal vernieuwingen in het onderwijs de afgelopen twintig jaar enorm toegenomen. Sinds 2001/2002 is het aanbod aan vernieuwende onderwijsvisies in het basisonderwijs met 50 procent toegenomen. Voor het voortgezet onderwijs is de stijging van profileringen zelfs 60 procent. Maar is dit kampioenschap in onderwijsvernieuwing een titel om trots op te zijn? Deze vernieuwingen dragen niet per definitie bij aan beter onderwijs. Hoe keren we het tij naar bewezen effectieve interventies? En wat zijn essentiële ingrediënten voor om vanuit deze effectieve interventies een succesvol verandertraject te realiseren? Een blog door Tony van Dalen, directeur en senior onderwijsadviseur bij Expertis.
‘De school van de toekomst’ of ‘Toekomstgericht onderwijs’… Herkent u een van deze termen? Hoe dat er inhoudelijk precies uit moet zien, blijft meestal vaag. Over het algemeen geldt hierbij dat kennis minder belangrijk wordt gevonden en dat scholen vooral zouden moeten inzetten op het ontwikkelen van vaardigheden zoals samenwerken of redeneren. Of neem bijvoorbeeld ‘jongens/meisjesproblematiek’, ‘bewegend leren’, ‘gepersonaliseerd onderwijs’, ‘21e-eeuwse vaardigheden’ of ‘meervoudige intelligentie’. Stuk voor stuk hypes waar veel scholen mee aan de slag gaan.
Of zoals Jelte Posthumus – docent geschiedenis aan het Willen Lodewijk Gymnasium in Groningen en bekend van zijn blogs – schreef: ‘Onderwijsvernieuwing blijkt vaak een overbodige stoorzender. Tabletscholen keerden terug op hun schreden, leerpleinen werden weer ommuurd en straks heeft de docent als coach ook afgedaan.’ Wat maakt dat scholen massaal vallen voor deze trendgevoelige onderwerpen?
Idealisme
Het heeft voor een groot deel met idealisme te maken. Scholen willen graag het beste onderwijs voor hun leerlingen en zien graag dat iedere leerling zich optimaal op zijn of haar eigen niveau kan ontwikkelen. Daarbij gelooft men dat voorgestelde vernieuwingen zullen helpen om dat ideaal te verwezenlijken. Er wordt vergeten daarbij naar wetenschappelijk bewijs over de effectiviteit van de betreffende onderwijsvernieuwing te kijken.
Wanneer is onderwijsverbetering succesvol?
Succesvolle trajecten kennen een aantal gemeenschappelijke elementen. De acht stappen van Kotter zijn uitgangspunt in duurzame onderwijsverbetering, en dienen dus ook als uitgangspunt bij Expertis:
Van hypes naar effectieve interventies
Expertis gaat voor onderwijsverbetering in plaats van onderwijsvernieuwing. Terug naar de kern: ‘gewoon’ goed lesgeven. Want dat is al complex genoeg.
Creëer de juiste omstandigheden
Zorg voor betrokkenheid en draagvlak
Implementatie en borging
Suggesties voor trajecten |
|
---|---|
1. Urgentie: Is er een besef van urgentie? | Bijvoorbeeld: ‘De opbrengsten vallen tegen’ of ‘Met onze populatie zouden we de lat hoger moeten leggen.’ Voelt het hele team het urgentiebesef? |
2. Vorm een leidende coalitie | Samenstellen van een stuurgroep waarin ook (expert)leraren een plaats hebben. Deze stuurgroep enthousiasmeert, signaleert en monitort het gehele traject. |
3. Ontwikkel een visie en strategie | Ontwikkel een visie die de verandering leidt. Waarom doen we wat we doen en waar willen we naartoe? Ontwikkel strategieën om de visie te bereiken. |
4. De veranderingsvisie communiceren met betrokkenen | Alignment op alle niveaus, denk ook aan het bestuur en de ouders. Blijf simpel en oprecht communiceren. Geef het goede voorbeeld. |
5. Maak het mogelijk te handelen | Geef leerkrachten ruimte (zorg dat er tijd is om samen lessen voor te bereiden, indien gewenst collegiale consultatie). Zorg dat er geen andere verbetertrajecten lopen of opgestart worden. Verwijder obstakels. Schep voorwaarden. |
6. Genereer zichtbare korte- termijn successen | Plan haalbare en zichtbare prestatieverbeteringen. Vier de successen. Geef waardering en erkenning. |
7. Consolideer veranderingen en houd de snelheid vast | Versterk het gedrag dat tot de verandering heeft geleid. Breidt de verandering verder uit. |
8. Bestendig de wijzigingen | Zorg voor een goede borging, denk daarbij ook aan de komst van nieuwe leraren. Maar ook: Hoe zorg je dat de opgedane kennis en vaardigheden “levend” blijven? Leg afspraken vast in een kwaliteitskaart: “Zo werken wij op de ….. school” |
(Bron: Kotter, 1996)
Activiteiten die leiden tot een succesvolle implementatie:
Bron: Joyce & Showers, 2002
Wat leidt tot effectieve implementatie? |
|||
Resultaten implementatie |
|||
Manier van ondersteunen | Verwerving kennis | Verwerving vaardigheden | Toepassing in de klas |
Uitleg theorie | 10% | 5% | 0% |
+ Demonstreren |
30% | 20% | 0% |
+ Oefenen |
60% | 60% | 5% |
+ Coaching in de klas |
95% | 95% | 95% |
De wetenschap leert ons wat werkt. In trajecten door Expertis zijn al deze elementen geborgd. Er wordt kennis overgedragen, er wordt uitgelegd, voorgedaan en geoefend en er worden klassenbezoeken gedaan om leraren te ondersteunen en individuele feedback te kunnen geven.
Wat mij als onderwijsadviseur veel bezighoudt is de vraag hoe het komt dat een verbetertraject op de ene school veel meer effect heeft dan een vergelijkbaar traject op een andere school. Zoals Dylan Wiliam ook zei: ‘Alles werkt ergens, en niets werkt overal.’ Ik breng dezelfde kennis over, wissel kennis af met inoefenen, leg klassenbezoeken af, werk met een stuurgroep etc. En toch zijn de opbrengsten soms heel verschillend. Wat maakt het verschil?
Wat maakt een traject succesvol
Een heel belangrijke factor voor een succesvol traject, is de schoolleider. Staat de directie achter de verbetering? Enthousiasmeert hij zijn teamleden? Laat hij merken dat deze verbetering prioriteit heeft? Faciliteert hij zijn team door bijvoorbeeld tijd vrij te maken, in te plannen om samen lessen voor te bereiden?
“Ook draagt Expertis haar kennis over aan de leden van de stuurgroep zodat zij in staat zijn het traject steeds meer over te nemen. Wij hebben ons werk goed gedaan wanneer we overbodig zijn geworden en de school op eigen kracht verder kan.”
Wat zien we op scholen waar het traject succesvol verloopt: |
En op scholen waar het minder succesvol verloopt zien we: |
|
|
Romana van der Holst, directeur R.K. basisschool De Klarinet – Lisse:
“In 2019 ontving De Klarinet voor de derde keer een teleurstellende score op de eindtoets. Er volgde een audit. Er werd een pijnlijke conclusie getrokken: er bleek veel te verbeteren in de school. Hoe moest ik dit oplossen? Gelukkig hadden wij in het verleden al contact gehad met Tony van Dalen, toen zij Close Reading implementeerde. Wij legden haar dit grotere vraagstuk voor. We stelden een intensief en vruchtbaar traject op, voor de periode van twee jaar. In nauwe samenwerking met de IB’ers en het hele schoolteam hebben we ingezet op didactisch handelen, Expliciete Directe Instructie (EDI). Ik kreeg hier vanuit de scholenstichting de benodigde tijd en capaciteit om dit te realiseren, dat is een belangrijke voorwaarde voor succes. Als directeur heb ik geen bijeenkomst gemist. Het is belangrijk te weten wat jouw team meekrijgt en hoe je hierop voort kunt borduren in de praktijk. Het hele team voelde de urgentie. Het fijne aan de aanpak van Expertis vind ik de intensieve begeleiding en de persoonlijke aanpak. De klassenbezoeken waren zeer waardevol om het geleerde ook in de praktijk toe te leren passen. Ik liep daarin mee, zodat ik nu ook weet: waar kun je op letten? Hoe pas je het geleerde écht toe in de les? Dankzij Expertis kan iedere leraar de inzichten vanuit EDI nu toepassen op individueel niveau in zijn of haar lessen, op een manier die past bij de leraar. Het draagt absoluut bij aan beter onderwijs. De inzichten vanuit EDI zijn gaan leven in het team, in plaats van enkel het toepassen van de ‘trucjes’. We hebben de afgelopen jaren veel geleerd op didactisch vlak. We durven meer keuzes te maken. En denken constant na over hoe we onze leerlingen laten leren. Hoe betrekken we hen actief in de les? We borgen dit door er actief aandacht aan te blijven besteden in het team, in onze overleggen en door de klassenbezoeken te blijven doen. En ja: als ik soms zelf even inval in een klas, pas ik de geleerde EDI-principes ook toe. Het is waardevol om dan weer door de bril van de leraar te kijken.”
Meer weten?
‘Elke leerling heeft recht op goed onderwijs en elke leerling heeft maar één kans op goed onderwijs.’
Experimenteren met leerlingen is een enorm risico. Laten we uitgaan interventies waarvan is aangetoond dat ze werken. Van onderwijsvernieuwing naar onderwijsverbetering: daar staan we voor. Heeft u een vraag over uw onderwijs of wilt u meer weten over onze aanpak? Neem contact op met Tony van Dalen via 06 – 29 00 24 11 of tony.van.dalen@expertis.nl