Wetenschappelijk onderzoek:
Directe Instructie zeer effectieve aanpak
Directe instructie blijkt sterke positieve effecten te hebben op de leerresultaten van leerlingen. Uit een grote hoeveelheid onderzoek blijkt dat directe instructie een van de meest effectieve vormen van instructie is. Zowel binnen het primair onderwijs als voortgezet onderwijs is de effectiviteit van directe instructie aangetoond.
Wat werkt wel en wat werk nu niet in het onderwijs? Hoe krijg ik in de kakofonie van geluiden over onderwijs duidelijk wat effectief is voor mijn leerlingen? De Kennisrotonde van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) is er voor iedereen die in of nabij het onderwijs werkzaam is. Op basis van wetenschappelijk gefundeerde inzichten maken zij duidelijk wat wel en niet werkt.
Wat is Directe instructie?
Volgens de kennisrotonde is Directe instructie (DI) een vorm van leraargestuurde instructie, gericht op het overbrengen van informatie en ontwikkelen van vaardigheden. Het traditionele directe instructiemodel bestaat uit de volgende stappen:
- dagelijkse terugblik
- presentatie
- (in)oefening van het aangeleerde
- zelfstandig toepassen van het geleerde
- periodieke terugblik
- terugkoppeling (gedurende elke lesfase)
Wat zijn de effecten directe instructie?
Directe instructie is vooral zeer effectief voor leerlingen met leerachterstanden binnen de domeinen rekenen, lezen en schrijven. Maar ook voor leerlingen met een gemiddeld prestatieniveau blijkt directe instructie effectief. Veel onderzoek betreft het primair onderwijs, maar er zijn ook positieve effecten aangetoond in het voortgezet onderwijs.
De combinatie tussen leraargestuurd en leerlinggestuurd onderwijs is volgens dit onderzoek succesvol.
Het model voor Expliciete Directe Instructie (EDI-model) kent bijna dezelfde fasen als het klassieke DI-model. Het belangrijkste verschil tussen het EDI-model en andere DI-modellen is dat bij het EDI-model een lesafsluiting plaatsvindt voor de fase van zelfstandige verwerking. Dit is de ‘kleine’ lesafsluiting. Voordat de leerlingen beginnen met de zelfstandige verwerking, controleert de leerkracht of de leerlingen het leerdoel hebben behaald. Dit voorkomt dat fouten ingeslepen worden tijdens de verwerking (Cijvat & Van Dalen, 2016).
In het EDI-model wordt enerzijds sterk leraargestuurd gewerkt, waarbij de stof optimaal ‘behapbaar’ wordt gemaakt. Anderzijds is er veel aandacht voor het activeren van leerlingen, door middel van ‘modeling’ en feedback. Deze combinatie maakt het werken volgens het EDI-model zo effectief.
Is directe instructie ook effectief bij peuters en kleuters?
De kennisrotonde heeft ook onderzoek gedaan naar de effectiviteit van directe instructie gericht op kleuters. Het blijkt dat met name bij rekenvaardigheden expliciete instructie leidt tot betere leerresultaten. Ook toont onderzoek bij peuters aan dat instructie een positievere invloed heeft op zowel de taal- als de rekenvaardigheid dan vrij spelen.