Een voor iedereen heldere koers, die voortdurend levend wordt gehouden.

De basis van goed onderwijs is dat het voor iedereen die betrokken is bij de schoolorganisatie helder is wat de koers is van de school (Galenkamp & Schut, 2024, p. 54). Hoe kom je tot een heldere koers waar betrokkenen zich aan willen verbinden? En als je die koers voor ogen hebt, hoe houd je de betrokkenheid dan levend? Tijdens de leergang starten we bij het actuele inspectiekader en de onderwijswetgeving, omdat de basis op een heel aantal scholen (nog) niet op orde is (Onderwijsinspectie, 2025). Daarnaast wordt van scholen verwacht dat helder is wat de eigen ambities zijn. Het vaststellen van de koers en de eigen ambities, komt tot stand door een goede en intensieve dialoog met een veelheid van belanghebbenden (Ehlers, 2009, p.15; Galenkamp & Schut, 2024, p. 49).

Je leert tijdens de leergang focus aan te brengen in het voeren van de dialoog over de koers en ambities. Wanneer, hoe en met wie ga je in gesprek om te komen tot een gedragen en levende visie op het onderwijs op jouw school? Als casuïstiek nemen we het burgerschapsonderwijs binnen de school, waarbij je ontdekt wat het betekent om binnen de kwaliteitszorg te balanceren tussen wet en visie.

Een stevige kwaliteitsstructuur = cyclisch werken op alle fronten.

Als je de onderwijskwaliteit op jouw school wilt versterken, zul je cruciale aspecten van onderwijskwaliteit actief moeten monitoren en actie moeten ondernemen op het moment dat je gestelde doelen niet behaalt (Marzano, 2015, p. 6). Proactief sturen op kwaliteit. Hoe doe je dat?

Je leert hoe je een duidelijke kwaliteitsstructuur op kunt zetten (bijvoorbeeld met behulp van een kwaliteitskalender). We hanteren daarvoor de cyclus van Godfried en Brown (zie blz. 14). We kiezen voor dit model, omdat de cyclus dwingt om ingezette interventies goed te monitoren, iets wat er in de dagelijkse praktijk gemakkelijk bij inschiet. Je maakt daarnaast kennis met data-geïnformeerde besluitvorming, zoals bijvoorbeeld de datateam® methode (Schildkamp et al., 2014). Deze manier van besluitvorming helpt je om te onderzoeken wat nu precies het probleem is, voordat je al in oplossingen gaat denken. Als casuïstiek nemen we de leerlingbegeleiding en de ondersteuningsstructuur binnen de school, waarbij je leert dat doelgericht werken helpt om effectief te zijn.

Een stevige kwaliteitscultuur = een lerende organisatie die overtuigd is van de eigen ‘efficacy’.

We weten dat een krachtige schoolcultuur zich kenmerkt zich door collective efficacy (Donohoo et al., 2018, p. 41). Een team dat ervan overtuigd is dat het eigen handelen er toe doet en direct van invloed is op het leren van leerlingen, bereikt ook echt meer bij leerlingen. Hoe krachtig is jouw schoolcultuur en hoe kun je die cultuur beïnvloeden ten behoeve van de onderwijskwaliteit?

Je leert hoe je het geloof in eigen kunnen kunt versterken in jouw team en we grijpen ook terug op de theorie van lerende organisaties (Senge, 2003, p. 17). Teamwerk (leren van en met elkaar) is de basis voor organisatieontwikkeling.
Je reflecteert aan de hand van de aangereikte theorie op je eigen team en kwaliteitscultuur en ieders verantwoordelijkheid daarin. We dragen interventies aan die het lerend vermogen van het team kunnen versterken (zoals onderzoeksmatig werken, PLG’s, datateams en LessonStudy). Als casuïstiek nemen we het begeleiden van startende en zittende docenten binnen de school, waarbij je nadenkt over wat de ideale cultuur van opleiden is.

Op basis van de aangedragen leerinhoud en de analyse van de eigen kwaliteit, kies je een onderdeel waarop je de schoolorganisatie wilt verbeteren en bedenk je hoe je dat wilt gaan aanpakken. Kies je voor de koers, de kwaliteitsstructuur of de kwaliteitscultuur? Tijdens de laatste dag van de leergang presenteren alle deelnemers hun verbeteronderwerp en plan van aanpak, zodat je ook ziet waar andere scholen mee bezig zijn en je van elkaar kunt leren.